Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 8 Parametergids
MASTER
MASTER
Deze instellingen worden op het algehele geluid toegepast.
Parameter/
Uitleg
Bereik
Patch Level
0–200
Regelt het volume van de Patch.
Master Low (Master Low EQ Gain)
-12–+12dB
Regelt de klank van het laagfrequente bereik.
Master Mid f (Master Middle EQ Frequency)
20.0Hz–
Geef het midden aan van het frequentiebereik dat wordt
10.0kHz
geregeld door de 'Master Mid G.'
Master Mid Q (Master Middle EQ Q)
Regelt de breedte van het bereik, dat door de EQ wordt
0.5–16
beïnvloed, die op de Master Mid f is gecentreerd.
Hogere waarden versmallen dit bereik.
Master Mid G (Master Middle EQ Gain)
-12–+12dB
Regelt de klank van het middenfrequente bereik.
Master High (Master High EQ Gain)
-12–+12dB
Regelt de klank van het hoogfrequente bereik.
MASTER BPM/KEY
Parameter/
Uitleg
Bereik
Master BPM
40–250
Regelt de BPM voor elke Patch.
BPM (beats per minute) geeft het aantal kwartnootslagen per minuut aan.
Wanneer u een extern MIDI apparaat op de GT-10B aangesloten heeft,
wordt de Master BPM gesynchroniseerd met het tempo van het externe
MIDI apparaat, waardoor het onmogelijk wordt om de Master BPM in te
stellen. Om de Master BPM te kunnen instellen, stelt u 'Sync Clock' (pag.
139) op 'Internal' in.
Master Key
Hiermee stelt u de toonhoogte voor de HARMO-
C (Am)–B (G#m)
NIST in.
De instelling van de toonhoogte correspondeert als volgt met de toon-
zetting van de song (#, b).
Majeur
Mineur
Majeur
Mineur
122
PEDAL FX
SW&PDL FUNCTION
'CTL/EXP functies afzonderlijk in elke Patch instellen (PEDAL FX)' op pag.
49.
Parameter/
Uitleg
Bereik
CTL1 Func (CTL1 Pedal Function)/
CTL2 Func (CTL2 Pedal Function)/
EXPSwFunc (EXP Pedal Switch Function)
Off
De functie is niet aan de pedalen toegekend.
Ch. A/B
Schakelt tussen effectkanaal A en B.
Comp
Schakelt de COMP in en uit.
OD/DS
Schakelt de OD/DS in en uit.
Preamp
Schakelt de PREAMP/SPEAKER in en uit.
EQ
Schakelt de EQ in en uit.
FX-1
Schakelt de FX-1 in en uit.
FX-2
Schakelt de FX-2 in en uit.
Delay
Schakelt de DELAY in en uit.
Chorus
Schakelt de CHORUS in en uit.
Reverb
Schakelt de REVERB in en uit.
Pedal FX
Schakelt de PEDAL FX in en uit.
Send/Return
Schakelt de SEND/RETURN in en uit.
Amp Ctl
Schakelt de Amp Control in en uit.
Tuner
Schakelt de TUNER in en uit.
Manual
Schakelt de MANUAL MODE in en uit.
PL
Schakelt de PHRASE Loop in en uit.
PL Rec/Play
Neemt de frase op/speelt de frase af.
PL Clear
Wist de frase.
PL Mute/Ply
Dempt het afspelen van de frase (mute).
BPM Tap
Gebruikt voor tik input van de Master BPM.
Delay Tap
Gebruikt voor tik input van de vertragingstijd.
Bedient de Start/Stop van externe MIDI appara-
MIDI Start
ten (zoals sequencers).
Bedient de Play/Stop van externe MIDI appara-
MMC Play
ten (zoals harddisk recorders).
Lev +10
Verhoogt het patchvolume met 10 eenheden.
Lev +20
Verhoogt het patchvolume met 20 eenheden.
Lev -10
Verlaagt het patchvolume met 10 eenheden.
Lev -20
Verlaagt het patchvolume met 20 eenheden.
Schakelt naar één patchnummer hoger in dezelfde
Num Inc
bank als de nu geselecteerde Patch.
Schakelt naar één patchnummer lager in dezelfde
Num Dec
bank als de nu geselecteerde Patch.
Bank Inc
Schakelt naar één banknummer hoger.
Bank Dec
Schakelt naar één banknummer lager
Het pedaallampje licht op, terwijl u het pedaal
LED Moment *1
indrukt en gaat uit wanneer u het pedaal loslaat.
Het pedaallampje licht op, terwijl u het pedaal
LED Toggle *1
indrukt en gaat uit, dit wisselt telkens wanneer u
het pedaal indrukt.
PEDAL FX ON/OFF
Schakelt de status van de aan EXP1 toegekende
OFF, ON
functie.
Advertenties
Inhoudsopgave
