•
Zet het volume altijd laag en schakel de spanning van alle apparaten uit,
voordat u de apparatuur gaat aansluiten om storing en/of schade aan
luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen.
• Zet het volume van de versterker pas hoger nadat u de spanning van
alle aangesloten apparaten heeft ingeschakeld.
• Wanneer er kabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volume
van apparatuur die op de INPUT jack wordt aangesloten laag zijn.
Indien dit zich voordoet, gebruik dan aansluitkabels zonder
weerstanden.
• Wanneer het uitgaande geluid mono is, sluit de output kabel dan op de
OUTPUT L/MONO jack aan.
• Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (Roland EV-5 of BOSS
FV-500L; separaat aan te schaffen). Door andere expressiepedalen aan te
sluiten, riskeert u storing en/of schade aan het apparaat.
• Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde
opstelling kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of merken
dat het oppervlak korrelig aanvoelt wanneer u dit apparaat,
daarop aangesloten microfoons of de metalen delen van andere
voorwerpen, zoals bassen, aanraakt. Dit komt door een
oneindig kleine elektrische lading, die absoluut onschadelijk is. Indien u
zich hierover echter zorgen maakt, verbind dan de aardeaansluiting (zie
illustratie) met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is kan
er een licht gebrom optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van
uw installatie. Indien u niet zeker weet hoe u de aarde moet verbinden,
neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of
een erkend Roland distributeur (zie de lijst op de 'Informatie'-pagina).
Ongeschikte plaatsen om mee te aarden:
· Waterleidingen (dit kan een elektrische schok of elektrocutie tot gevolg
hebben)
· Gasleidingen (dit kan brand of een explosie veroorzaken)
· Telefoonlijnaarding of bliksemafleider (dit kan gevaarlijk zijn in geval
van onweer).
• Plaats de adapter zodanig dat de kant met het lampje (zie illustratie)
naar boven wijst en de kant met de informatieve tekst naar beneden. Het
lampje gaat aan wanneer u de adapter met de stekker in het stopcontact
steekt.
Adapter
Lampje
• Zet het netsnoer vast met behulp van de kabelhaak (zie illustratie) om te
voorkomen dat de stekker per ongeluk uit het stopcontact getrokken
wordt. Ook voorkomt u zo een te grote druk op de adapter stekker.
• Dit instrument is voorzien van gebalanceerde XLR aansluitingen.
Hieronder ziet u hoe de bedrading aangesloten dient te worden. Sluit de
apparatuur pas aan, nadat u de bedradingstekeningen van de andere
aan te sluiten apparatuur heeft bekeken.
Netsnoer
Stopcontact
Hoofdstuk 1 Geluiden produceren
•
Wanneer u een expressiepedaal op de EXP PEDAL2/CTL 3,4 jack aansluit, stel
het minimumvolume van het aangesloten expressiepedaal dan op 'MIN' in.
•
Wanneer u een BOSS FS-6 voetpedaal (optioneel) op de EXP PEDAL 2/CTL 3,4
jack aansluit, stel de MODE schakelaar en de POLARITY schakelaar dan in als
hieronder aangegeven.
B
BOSS FS-6
•
Wanneer u een BOSS FS-5U voetschakelaar (optioneel) op de EXP PEDAL 2/CTL
3,4 jack aansluit, stel de POLARITY schakelaar dan in zoals hieronder
aangegeven.
Polariteitsschakelaar
•
U kunt het speciale (optionele Roland) PCS-31 aansluitsnoer gebruiken om twee
voetschakelaars aan te sluiten.
•
Wanneer er een BOSS FS-6 voetpedaal (optioneel) met een optionele
aansluitkabel (stereo 1/4' koptelefoonaansluiting - stereo 1/4'
koptelefoonaansluiting) op de CTL 3,4 jack wordt aangesloten, werkt
pedaalschakelaar B volgens de CONTROL 3 instellingen en pedaalschakelaar A
volgens de CONTROL 4 instellingen.
Naar CTL3,4 jack
Naar CTL3,4 jack Naar CTL3,4 jack
PCS-31 kabel
Wit
Rood
Wit
BOSS
BOSS
(CTL3) (CTL4)
FS-5U
FS-5U
(CTL3)
(CTL4)
•
Wanneer u het apparaat gebruikt met een expressiepedaal of een
voetschakelaar (de optionele FS-6 of FS-5U) op de EXP PEDAL 2/CTL 3,4
jack aangesloten, realiseer dan de instellingen zoals aangegeven in
'Pedalen gebruiken om de parameters te regelen' (pag. 48).
•
Zie 'AMP CONTROL' op pag. 132 voor meer informatie over het gebruik van de
AMP CONTROL jack.
A
Rood
(CTL4) (CTL3)
23