nl
8.6
Draairichting van de aangesloten
pompen controleren
8.7
Automatisch bedrijf starten
8.8
Tijdens het bedrijf
9
Uitbedrijfname
9.1
Personeelskwalificatie
9.2
Plichten van de gebruiker
34
LET OP
Draaiveld net- en pompaansluiting
Het draaiveld van de netaansluiting wordt direct naar de pompaansluiting
geleid.
• Benodigd draaiveld van de aan te sluiten pompen (rechtsom of links-
om draaiend) controleren.
• Neem de bedieningsvoorschriften van de pompen in acht.
Draairichting van de pompen door een testloop controleren. VOORZICHTIG! Materiële
schade! Testloop onder de voorgeschreven bedrijfsomstandigheden uitvoeren.
✓
Schakelkast afgesloten.
✓
Pompen geactiveerd (alleen bij Control MS-L2...)
1.
Druk de toets in voor het „Handmatig bedrijf". De pomp draait totdat de toets losgela-
ten wordt.
2.
Controleer de draairichting van de pomp.
⇒
Onjuiste draairichting: Twee fasen op de pompaansluiting wisselen.
▶
Draairichting gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd.
✓
Schakelkast afgesloten.
✓
Hoofdschakelaar ingeschakeld.
✓
De draairichting is juist.
✓
Led „on" brandt.
✓
Led „auto" knippert.
1.
Druk op de „auto"-toets.
⇒
Led „auto" brandt.
▶
Automatisch bedrijf ingeschakeld.
▶
Het „Bedrijf pomp"-ledlampje toont de huidige status van de pomp.
Tijdens het bedrijf voor de volgende punten zorgen:
•
Schakelkast afgesloten en tegen onbevoegd openen beveiligd.
•
Schakelkast overstromingsbestendig (beschermingsklasse IP54) aangebracht.
•
Geen direct zonlicht.
•
Omgevingstemperatuur: -30 ... +60 °C.
Het „Bedrijf pomp"-ledlampje toont de huidige status van de pomp:
•
Led brandt: Pomp draait.
•
Led knippert: Pomp draait gedurende de ingestelde nalooptijd.
•
Led uit: Pomp uit.
•
Elektrische werkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en ervaring om de gevaren van elektri-
citeit te herkennen en te voorkomen.
•
Installatie-/demontagewerkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Kennis van gereedschappen en bevestigingsmaterialen voor verschillende structuren
•
Neem de lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid van de
beroepsverenigingen in acht.
•
Er moet voor de vereiste opleiding van het personeel voor de aangegeven werkzaamhe-
den worden gezorgd.
•
Het personeel moet over de werking van de installatie worden geïnstrueerd.
•
Bij werkzaamheden in gesloten ruimtes moet voor de veiligheid een tweede persoon
aanwezig zijn.
•
Zorg voor voldoende ventilatie in gesloten ruimten.
•
Neem direct tegenmaatregelen wanneer zich giftige of verstikkende gassen verzamelen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control MS-L • Ed.03/2023-08