Inhoudsopgave
Advertenties
7.2
Werking
7.2.1
Motorstroombewaking
7.2.2
Thermische motorbewaking
7.2.3
Hoogwateralarm
7.2.4
Verzamelstoringsmelding
8
Inbedrijfname
8.1
Plichten van de gebruiker
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control MS-L • Ed.03/2023-08
Control MS-L1...
In het automatisch bedrijf wordt de pomp afhankelijk van de waterstand in- en uitgescha-
keld. Als het inschakelpunt bereikt is, schakelt de pomp in. Tijdens het bedrijf brandt het
groene ledlampje. Als het uitschakelpunt bereikt is, schakelt na afloop van de nalooptijd de
pomp uit.
Als het hoogwaterniveau bereikt is, wordt de pomp ingeschakeld (gedwongen inschake-
ling). Het hoogwater-ledlampje begint vervolgens te branden als alarmmelding. Via de in-
terne zoemer kan bovendien een akoestisch alarmsignaal volgen. Verder wordt de uitgang
voor de verzamelstoringsmelding (SSM) geactiveerd.
Bij een storing tonen de ledlampjes een alarmmelding. Via de interne zoemer kan bovendien
een akoestisch alarmsignaal volgen. Verder wordt de uitgang voor de verzamelstoringsmel-
ding (SSM) geactiveerd.
Control MS-L2...
In het automatisch bedrijf worden de pompen afhankelijk van de waterstand in- en uitge-
schakeld. Als het eerste inschakelpunt bereikt is, schakelt pomp 1 in. Als het tweede in-
schakelpunt bereikt is, schakelt pomp 2 in. Tijdens het bedrijf brandt per pomp het groene
ledlampje. Als het uitschakelpunt bereikt is, schakelt na afloop van de nalooptijd de desbe-
treffende pomp uit. Ter optimalisatie van de pomplooptijden wordt vindt na elke uitscha-
keling een pompwisseling plaats.
Als het hoogwaterniveau bereikt is, worden beide pompen ingeschakeld (gedwongen in-
schakeling). Het hoogwater-ledlampje begint vervolgens te branden als alarmmelding. Via
de interne zoemer kan bovendien een akoestisch alarmsignaal volgen. Verder wordt de ver-
zamelstoringsmelding (SSM) en het hoogwateralarm (Alarm) geactiveerd.
Bij een storing tonen de ledlampjes een alarmmelding. Via de interne zoemer kan bovendien
een akoestisch alarmsignaal volgen. Verder wordt de uitgang voor de verzamelstoringsmel-
ding (SSM) geactiveerd.
De elektronische motorstroombewaking bewaakt de nominale stroom van de aangesloten
pomp. Als de ingestelde nominale stroom wordt overschreden, wordt de pomp uitgescha-
keld.
LET OP! Draaistroommotor: Als de nominale stroom langer dan 1 seconde onder 300 mA
blijft steken, wordt de pomp uitgeschakeld!
Foutmelding bevestigen met de „Zoemer uit/reset"-toets.
De thermische motorbewaking werkt zelfbevestigend. Na het afkoelen van de motorwik-
keling wordt de fout automatisch verholpen. Het ledlampje dooft en de verzamelstorings-
melding wordt gedeactiveerd.
Het hoogwateralarm werkt zelfbevestigend. Na het dalen van het waterpeil wordt de fout
automatisch verholpen. Het ledlampje dooft en de verzamelstoringsmelding en de externe
alarmmelder (alleen bij Control MS-L2...) worden gedeactiveerd.
Onder de volgende omstandigheden valt het relais van de verzamelstoringsmelding uit
(SSM actief):
•
Geen netspanning
•
Hoofdschakelaar uit
•
Storing motorstroombewaking
•
Storing thermische motorbewaking
•
Hoogwater
Onder de volgende omstandigheden valt het relais van de verzamelstoringsmelding niet uit
(SSM niet actief):
•
Service-intervalmelding
•
Bedrijfsparametermelding
•
Melding sensorfout (alleen Control MS-L ... -LS)
•
Beschikbaarstelling van de inbouw- en bedieningsvoorschriften op de schakelkast of
een hiervoor bestemde plaats.
nl
31
Advertenties
Inhoudsopgave
