Inhoudsopgave
Advertenties
ON
DIP
8
1 2 3 4 5 6 7
Fig. 9: DIP-schakelaar 1: Motorstroombewa-
king instellen
6.5.6
Pompactivatie (alleen bij Control
MS-L2...)
ON
DIP
9
1 2 3 4 5 6 7
Fig. 10: DIP-schakelaar 2: Pompactivatie
6.5.7
Aansluiting thermische motorbe-
waking
Control MS-L1.../MS-L...-O
GL
HW
WSK
3
1
2
3
4
5
6
Control MS-L1...-LS
Sensor
WSK
+ ln
3
1
2
5
6
Control MS-L2.../MS-L...-O
WSK
WSK
GL
SL
-P1
-P2
3
1
2
3
4
5
6
7
8
Control MS-L2...-LS
WSK
WSK
Sensor
-P1
-P2
+ ln
3
1
2
3
4
9
10
Fig. 11: Klemmenstrooksensor: thermische
motorbewaking
6.5.8
Aansluiting signaalgevers voor ni-
veauregeling
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control MS-L • Ed.03/2023-08
•
Stel de nominale stroom in via DIP's 1-5 op DIP-schakelaar 1.
•
Minimale nominale stroom: 1,5 A. Alle DIP's staan in de „OFF"-stand.
•
Door het inschakelen van de verschillende DIP's („ON"-stand) verhoogt de stroomwaarde
met de waarde van de betreffende DIP.
•
Max. nominale stroom: 12 A.
DIP
Stroomwaarde
Voorbeeld: benodigde nominale stroom 7,5 A
1,5 A + 2,0 A (DIP 3) + 4,0 A (DIP 5) = 7,5 A
De aangesloten pompen worden middels DIP's 6 en 7 op DIP-schakelaar 2 geactiveerd:
•
Af fabriek zijn de beide DIP's op „OFF" ingesteld. De pompen worden niet op basis van de
niveauregeling ingeschakeld.
•
Pomp 1 activeren: Zet DIP 6 op „ON".
•
Pomp 2 activeren: Zet DIP 7 op „ON".
Per pomp kan een thermische motorbewaking met bimetaalsensoren worden aangesloten.
Geen PTC-sensoren aansluiten!
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en bevestigen.
Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan.
Schakelkast
Control MS-L1...
Control MS-L2...
LET OP! Zorg dat de af fabriek aangebrachte brug wordt verwijderd als er wikkelingsbe-
waking wordt aangesloten!
Opvoerinstallaties DrainLift SANI ... en SANI CUT ...
De opvoerinstallaties met eenfasige wisselstroom hebben een interne motorbewaking. De
HW
klemmen „WSK" zijn af fabriek overbrugd.
9
10
1
2
0,5 A
1,0 A
VOORZICHTIG
Materiële schade door externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
• Geen externe spanning aankoppelen.
Pomp 1
Klem 1/2
Klem 1/2
VOORZICHTIG
Materiële schade door externe spanning!
Een aangebrachte externe spanning vernielt het onderdeel.
• Geen externe spanning aankoppelen.
3
4
5
2,0 A
3,0 A
4,0 A
Pomp 2
Klem 3/4
nl
25
Advertenties
Inhoudsopgave
