OPMERKING
Controleer of alle aangesloten binnenunits worden herkend
(zie [1‑10], [1‑38] en [1‑39] in
instellingen" op
pagina 27).
OPMERKING
Sluit het voorpaneel voordat u begint met koelmiddel bij te
vullen. Wanneer het voorpaneel niet gesloten is, kan de
unit niet controleren of er geen storingen zijn.
OPMERKING
Bij onderhoud en wanneer het systeem (buitenunit+lokale
leidingen+binnenunits) geen koelmiddel meer bevat (bijv.
na aftappen van het koelmiddel), dan moet eerst de
oorspronkelijke hoeveelheid koelmiddel (zie naamplaatje
op de unit) in de unit worden gebracht alvorens de
automatische vulfunctie kan worden gebruikt.
5.6.2
Over koelmiddel bijvullen
Zodra het vacuümdrogen beëindigd is, kan extra koelmiddel worden
bijgevuld.
Er zijn twee manieren om extra koelmiddel bij te vullen.
Methode
Automatisch vullen
"5.6.6 Stap 6a: Koelmiddel automatisch
vullen" op pagina 21
Handmatig vullen
"5.6.7 Stap 6b: Koelmiddel handmatig
vullen" op pagina 22
INFORMATIE
Koelmiddel
bijvullen
koelmiddelvulfunctie is niet mogelijk wanneer er Hydrobox-
units of RA DX-binnenunits op het systeem zijn
aangesloten.
Om het vullen van koelmiddel sneller te laten verlopen, wordt het bij
grote systemen aanbevolen om eerst een deel van het koelmiddel
vooraf te vullen via de vloeistofleiding, en daarna pas automatisch of
handmatig te vullen. Deze stap staat in de onderstaande procedure
(zie
"5.6.5 Koelmiddel vullen" op pagina
overslaan, maar dan duurt het vullen langer.
U vindt een overzicht van de mogelijkheden en de vereiste stappen
in
het
stroomschema
(zie
Stroomschema" op
pagina 19).
5.6.3
Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd
moet worden
INFORMATIE
Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor het finale
aanpassen van de hoeveelheid koelmiddel in het
testlaboratorium.
OPMERKING
De hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder
dan 100 kg bedragen. Dit betekent dat als de berekende
totale hoeveelheid koelmiddel gelijk aan of meer is dan 95
kg, u uw systeem met meerdere buitenunits moet opdelen
in kleinere onafhankelijke systemen met elk minder dan 95
kg koelmiddel. Zie het naamplaatje van de unit voor de
fabrieksvulling.
Formule:
R=[(X
×Ø22,2)×0,37+(X
×Ø19,1)×0,26+(X
1
2
(X
×Ø12,7)×0,12+(X
×Ø9,5)×0,059+(X
4
5
R
Extra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel [in kg en
afgerond tot 1 cijfer na de komma]
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546220-1 – 2018.09
"6.1.7 Stand 1: Controle
Zie
met
de
automatische
20). U kunt deze stap
"5.6.4
Koelmiddel
vullen:
×Ø15,9)×0,18+
3
×Ø6,4)×0,022]+A+B+C
6
X
Totale lengte [m] van vloeistofleiding maat Øa
1...6
A~C
Parameters A~C (zie de tabellen hierna)
▪ Parameter A:
Parameter A
(b
Leidinglengte
CR
)
≤30 m
50%≤CR≤105%
105%<CR≤130%
>30 m
50%≤CR≤70%
70%<CR≤85%
85%<CR≤105%
105%<CR≤130%
(a)
In het geval van een systeem met meerdere buitenunits,
voeg de som van de vulfactoren van de individuele
buitenunits toe.
(b)
De leidinglengte is de lengte vanaf de buitenunit tot de
verste binnenunit
CR
Aansluitverhouding totale capaciteit binnenunits
▪ Parameter B:
Parameter B
RYYQ8~12
RYYQ14
1,4 kg
1,7 kg
(a)
ALLEEN vereist voor RYYQ8~20-modellen, NIET voor
RXYQ8~54 en RYYQ22~54.
▪ Parameter C:
Parameter C
Model
CR≥100%
Als
Dan
8 HP
N≥4
C=N×0.1 kg
10 HP
N≥5
12 HP
N≥6
14 HP
N≥7
16 HP
N≥8
18 HP
N≥9
20 HP
N≥10
(a)
In het geval van een systeem met meerdere buitenunits,
voeg de som van de vulfactoren van de individuele
buitenunits toe.
CR
Aansluitverhouding totale capaciteit binnenunits
N
Aantal op de buitenunit aangesloten VRV DX- en RA DX-
binnenunits
Parameter C – Voorbeeld met meerdere buitenunits:
500
8 HP
12 HP
200
300
125
125
#
1
Bepaal de aansluitverhouding:
▪ Totale capaciteitsklasse buitenunits = 500
▪ Totale capaciteitsklasse binnenunits = 550
=> CR≥100%
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5 Installatie
(a)
A
8 HP
10~14 HP 16~20 HP
0 kg
0,5 kg
0,5 kg
1,0 kg
0 kg
0,5 kg
0,3 kg
0,5 kg
1,0 kg
0,7 kg
1,0 kg
1,5 kg
1,2 kg
1,5 kg
2,0 kg
(a)
RYYQ16
RYYQ18 +
RYYQ20
1,2 kg
2,0 kg
(a)
CR<100%
Als
Dan
N<4
C=0 kg
C=0 kg
N<5
N<6
N<7
N<8
N<9
N<10
550
125 125
50
Actie
17