5
Instellen van de parameters.
Beschikbare bewerkingen
AB
Selecteert een parameter.
CD
Past de waarde aan.
6
Druk op E.
Het scherm van stap 3 verschijnt opnieuw.
7
Druk op E.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
8
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] of [Opslaan]
en druk op E.
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] als u nog meer filters
wilt toepassen op dezelfde opname. Het scherm van stap 3
verschijnt opnieuw.
u Opgelet
• Alleen JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt met deze
camera, kunnen worden bewerkt met de digitale filters.
t Memo
• U kan tot 20 filters toepassen op hetzelfde beeld, inclusief
een digitale filter, gebruikt tijdens het maken van de
opname (p.67).
Filtereffecten kopiëren
Helderheid
Helderheid
Past de filtereffecten van een geselecteerde opname toe
op andere opnamen.
1
Annul.
Annul.
OK
OK
2
3
4
5
Geef een met een filter bewerkte opname weer
in de enkelbeeldweergave.
Selecteer b in het weergavepalet.
Selecteer [Filtereffecten
opnieuw maken] en druk
op E.
De filtereffecten verschijnen die
voor de geselecteerde opname
zijn gebruikt.
Druk op G om de details
van de parameters te
controleren.
Druk nogmaals op G om
terug te gaan naar het vorige
scherm.
Druk op E.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
4
Digitaal filter toepassen
Digitaal filter toepassen
Filtereffecten opnieuw maken
Filtereffecten opnieuw maken
Oorspr. opname zoeken
Oorspr. opname zoeken
OK
OK
100-0001
100-0001
Onderst dig filters vorige
Onderst dig filters vorige
opname opnieuw toepassen
opname opnieuw toepassen
1. 1.
5. 5.
9. 9.
- - - -
13. 13.
- - - -
17. 17.
- - - -
2. 2.
6. 6.
10. 10.
- - - -
14. 14.
- - - -
18. 18.
- - - -
3. 3.
7. 7.
11. 11.
- - - -
15. 15.
- - - -
19. 19.
- - - -
4. 4.
8. 8.
- - - -
12. 12.
- - - -
16. 16.- - - -
20. 20.
- - - -
Details
Details
OK
OK
79