3
Gebruik CD om de
opnameresolutie te
selecteren en druk op E.
U kunt een opnameformaat
kiezen dat kleiner is dan dat van
de originele opname.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
4
Selecteer [Opslaan] en druk op E.
Uitsnijden van deel van de opname (Uitsnijden)
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde
opname uit, en slaat dit op als een nieuw bestand.
1
Annul.
Annul.
OK
OK
2
3
4
5
Geef in de enkelbeeldweergave de opname
weer die u wilt bewerken.
Selecteer e in het weergavepalet.
Het uitsnijkader wordt weergegeven waarmee u de grootte
en positie bepaalt van het gebied dat u wilt uitsnijden.
Bepaal de grootte en positie
van het gebied dat u wilt
uitsnijden met behulp
van het uitsnijkader.
Beschikbare bewerkingen
V
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
ABCD
Verplaatst het uitsnijkader.
G
Wijzigt de verhoudingen of de opname
rotatie-instelling.
M
Roteert het uitsnijkader
(alleen wanneer mogelijk).
Druk op E.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
Selecteer [Opslaan] en druk op E.
4
77