nl
6.5.1
Beveiliging aan de netzijde
6.5.2
Onderhoudswerkzaamheden
6.5.2.1
De isolatieweerstand van de mo-
torwikkeling controleren
6.5.2.2
De weerstand van de tempera-
tuursensor controleren
20
Installatie en elektrische aansluiting
GEVAAR
Er bestaat explosiegevaar bij onjuiste aansluiting!
• Voer de elektrische aansluiting van de pomp altijd buiten de explosieve zone uit.
Indien de aansluiting binnen de explosieve zone moet plaatsvinden, dient de
aansluiting in een voor explosie goedgekeurd huis (ontstekingsveiligheidstype
conform DIN EN 60079-0) te worden uitgevoerd! Bij niet-naleving bestaat er ri-
sico op dodelijk letsel door explosie!
• Sluit de potentiaalvereffening aan op de gemarkeerde aardingsklem. De aar-
dingsklem is binnen het bereik van de spanningskabels aangebracht. Gebruik
voor de potentiaalvereffening een kabeldoorsnede conform de lokale voor-
schriften.
• Laat de aansluiting altijd door een elektromonteur uitvoeren.
• Neem voor de elektrische aansluiting ook de overige informatie in het hoofd-
stuk over explosiebeveiliging in bijlage de van deze inbouw- en bedienings-
voorschriften in acht!
ƒ
De netaansluiting moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje.
ƒ
Netzijdige toevoer voor draaistroommotoren met rechtsdraaiend draaiveld.
ƒ
De spanningskabels moeten volgens de lokale voorschriften worden geïnstalleerd en
conform de aderbezetting worden aangesloten.
ƒ
Sluit bewakingsvoorzieningen aan en controleer of deze werken.
ƒ
Voer de aarding conform lokale voorschriften uit.
Vermogensbeschermingsschakelaar
De capaciteit van de vermogensbeschermingsschakelaar is afgestemd op de nominale
stroom van de pomp. De schakelkarakteristiek moet overeenkomen met groep B of C.
Neem de lokale voorschriften in acht.
Motorbeveiligingsschakelaar
Zorg er bij producten zonder stekker voor dat er ter plaatse een motorbeveiligingsscha-
kelaar aanwezig is! De minimumeis is een thermisch relais/motorbeveiligingsschakelaar
met temperatuurcompensatie, differentieelschakeling en herinschakelingsblokkering
conform de lokale voorschriften. Zorg er bij gevoelige elektriciteitsnetten voor dat er
ter plekke aanvullende beveiligingsinrichtingen aanwezig zijn (bijv. overspannings-, on-
derspannings- of fase-uitvalrelais enz.).
Lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD)
Neem de voorschriften van het lokale energiebedrijf in acht! Het gebruik van een lek-
stroom-veiligheidsschakelaar wordt aanbevolen.
Beveilig de aansluiting met een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) als personen in
aanraking met het product en met geleidende vloeistoffen kunnen komen.
Voorafgaand aan de montage moeten de volgende onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd:
ƒ
Controleer de isolatieweerstand van de motorwikkeling.
ƒ
Alleen KS...Ex: Controleer de weerstand van de temperatuursensor.
ƒ
Controleer de weerstand van de staafelektrode (optioneel verkrijgbaar).
Als de gemeten waarden afwijken van de voorgeschreven waarden, is er mogelijk vocht
in de motor of in de spanningskabel binnengedrongen, of de bewakingsinrichting kan
defect zijn. Overleg in geval van storingen met de servicedienst.
Meet de isolatieweerstand met een isolatietester (gemeten gelijkspanning = 1000 V).
De volgende waarden moeten worden aangehouden:
ƒ
Bij de eerste inbedrijfname: isolatieweerstand mag de 20 MΩ niet onderschrijden.
ƒ
Bij overigen metingen: Waarde moet groter zijn dan 2 MΩ.
Meet de weerstand van de temperatuursensor met een ohmmeter. Er moet aan de vol-
gende gemeten waarden worden voldaan:
ƒ
Bimetaalsensoren: Gemeten waarde = 0 ohm (doorgang).
WILO SE 2018-05