Door een apparaat in deze lijst te selecteren, worden aanvullende gegevens en opties voor
het apparaat weergegeven.
Alle apparaten staan toewijzing van een exemplaarnummer toe in de optie Configureren.
Stel unieke exemplaarnummers in voor identieke apparaten in het netwerk, zodat de unit
deze van elkaar kan onderscheiden. De optie Gegevens toont alle gegevens die door het
apparaat worden uitgevoerd. Sommige apparaten tonen extra opties die specifiek zijn voor
het apparaat.
Ú Notitie:
Een exemplaarnummer instellen voor een product van derden is meestal niet
mogelijk.
Diagnose
Nuttige informatie voor het vaststellen van een probleem met het netwerk.
NMEA 2000
Nuttige informatie voor het vaststellen van een probleem met het netwerk.
Ú Notitie:
De volgende informatie duidt niet altijd op een probleem dat eenvoudig kan
worden opgelost met een kleine wijziging in de netwerkstructuur of in de aangesloten
apparaten en hun activiteit in het netwerk. Rx- en Tx-fouten geven waarschijnlijk
problemen met het fysieke netwerk aan. Dit zijn problemen die kunnen worden
opgelost door een connector te vervangen/repareren, een backbone- of netwerkkabel in
te korten of het aantal netwerkknooppunten (apparaten) te verminderen.
Bus status
Geeft aan of de bus van stroom wordt voorzien, niet per se of deze verbonden is met of
meerdere gegevensbronnen. Als echter wordt weergegeven dat de bus niet is ingeschakeld
("Off"), maar de stroom wel is ingeschakeld en het aantal fouten blijft oplopen, is er mogelijk
iets mis met de stekker of het kabelnetwerk.
Rx overflows
De unit heeft te veel berichten voor de buffer ontvangen, waardoor deze niet door de
toepassing kunnen worden gelezen.
Rx overruns
De unit bevat te veel berichten voor de buffer, waardoor deze niet door de driver kunnen
worden gelezen.
Rx/Tx-fouten
Deze twee waarden worden hoger wanneer er foutmeldingen zijn en worden lager wanneer
berichten goed zijn ontvangen. Deze waarden zijn, in tegenstelling tot de overige waarden,
niet cumulatief. Bij een normale werking moeten deze op 0 staan. Waarden rond de 96 en
hoger wijzen op een uitermate storingsgevoelig netwerk. Als deze waarden voor een
bepaald apparaat te hoog worden, wordt dit apparaat automatisch ontkoppeld.
Fast packet-fouten
Cumulatieve optelling van fast packet-fouten. Dit kan bijvoorbeeld een gemist frame of een
frame uit sequentie zijn. NMEA 2000-PGN's bestaan uit maximaal 32 frames. Als er een frame
ontbreekt, wordt het volledige bericht genegeerd.
Ú Notitie:
Rx- en Tx-fouten geven vaak problemen met het fysieke netwerk aan. Dit zijn
problemen die kunnen worden opgelost door een connector te vervangen/repareren,
een backbone- of netwerkkabel in te korten of het aantal netwerkknooppunten
(apparaten) te verminderen.
Software installeren
| NSO evo3 Installatiehandleiding
35