1 Doorvoertulen
2 Softstarter
3 Kabelgoten
4 3 motorbeveiligingsschakelaars
5 Busverdeler
6 Aansluiting klemmen
7 Hoofdprintplaat
8 Schakelkastventilator
5.
Voedingskabel in een mantelbuis tot aan de door-
voer van het gebouw installeren en van daaruit
verder tot de groepenkast.
1 Kabelgoot voor netspanning en busleidingen
6.
Voedingskabel op de stroomvoorziening aansluiten.
7.
Loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
8.
Afdekplaten aan de warmtepomp vastschroeven.
14
8
Spoelen, vullen en ontluchten
8.1 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder
andere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035
"Voorkomen van schade in warmwaterver-
warmingsinstallaties"
● vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10;
bij aluminium materialen:
pH-waarde: 8,2 ... 8,5
► Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
●
geringe corrosieve eigenschappen
●
geen vorming van ketelsteen
●
ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
●
ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het vul-
len van de installatie
► Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan wor-
den ingesteld, de hulp van een vakbedrijf inroe-
pen, dat zich in de behandeling van verwarmings-
water gespecialiseerd heeft.
► Bewaar een installatieboek bij voor warmwater-
verwarmingsinstallaties met de relevante plan-
ningsgegevens (VDI 2035).
Antivries in het verwarmingscircuit
Bij buiten gemonteerde lucht/water-warmtepompen is
het niet noodzakelijk het verwarmingscircuit met een
water-antivriesmengsel te vullen.
De warmtepompen hebben veiligheidssystemen, die
het bevriezen van het water voorkomen, ook als de
verwarming uitgeschakeld is. Voorwaarde is dat de
warmtepomp ingeschakeld blijft en niet van het elektri-
citeitsnet losgekoppeld wordt. Bij vorstgevaar worden
de circulatiepompen aangestuurd.
Indien er antivriesmiddel bijgevuld wordt, moeten de
volgende punten in acht genomen worden, afhankelijk
van de concentratie van het mengsel:
●
Het verwarmingsvermogen van de warmtepomp
wordt minder
●
COP-waarde wordt slechter
●
Bij ter plaatse gebruikte circulatiepompen wordt
het pompvermogen gereduceerd, bij geïnte-
greerde circulatiepompen neemt de aangegeven
vrije opvoerhoogte af
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059700jNL | ait-deutschland GmbH