10
Werken met de machine
10.1
Omzetten van transport- in werkstand
Cenius03-2TX BAG0112.17 06.23
Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van
hoofdstukken
"Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de
•
machine", vanaf blz. 17 en
"Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 24
•
Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, naar binnen trekken en vastgrijpen
bij gebruik van de machine zonder daartoe bestemde
veiligheidsvoorzieningen!
Stel de machine alleen in bedrijf als alle veiligheidsvoorzieningen zijn
aangebracht.
De machine kan met of zonder nalopende wals worden gebruikt.
Bij gebruik met nalopende wals neemt de wals de dieptegeleiding
achter over. Het onderstel wordt geheel opgetild en heeft geen
contact met de bodem.
Bij gebruik zonder nalopende wals, moet de wals worden
gedemonteerd. Het onderstel neemt de dieptegeleiding achter over.
1. Tractor-regeleenheid geel bedienen.
Machine in wendakkerstand optillen.
→
2. Bedien tractorregeleenheid blauw.
Machine uitklappen
→
3. Beide kantschijven/kanttanden in werkpositie brengen.
4. Tractor-regeleenheid geel bedienen.
Machine via onderstel en dissel neerlaten.
→
5. Tractor-regeleenheid geel in de zweefstand zetten.
Werken met de machine
99