Werken met de machine
10.2
Tijdens het werk
10.3
Keren op de kopakker
100
Machine met trekbalk:
Werk met aan de zijkant geborgde tractortrekstangen.
De machine is volgens voorschrift aan de tractor gekoppeld.
•
De machine bevindt zich in de werkstand.
•
Tijdens het werken de tractorregeleenheid geel in de
•
zweefstand gebruiken.
Stel de tractortrekstang zodanig in, dat de disselcilinder in de
•
zwevende stand vrij kan in- en uitschuiven.
•
Achteruitrijden in geplaatste toestand is verboden!
Machines met trekkoppeling altijd met tractieversterking gebruiken.
Anders kan vanwege de negatieve steunlasten schade aan de
verbindingsinrichting ontstaan.
Voordat u op de wendakker keert:
tractorregeleenheid geel bedienen.
•
Machine optillen.
→
Na het keren:
1. Tractor-regeleenheid äbedienen.
Machine laten zakken.
→
2. Tractor-regeleenheid geel in de zweefstand zetten.
→
Het werk wordt voortgezet.
Cenius03-2TX BAG0112.17 06.23