8.3
Tractieversterking aanpassen
Cenius03-2TX BAG0112.17 06.23
De gewichtsoverdracht op de tractor kan via de hydraulische
systeemdruk van de tractieversterking op de omstandigheden worden
aangepast.
Afb. 43
1. Tractieversterking inschakelen
2. Overdrukklep compleet draaien.
3. Tractor-regeleenheid geel bedienen.
→
Machine optillen
4. Tractor-regeleenheid geel in de zweefstand zetten.
5. Overdrukklep zover open draaien, dat de gewenste druk op de
manometer wordt getoond.
De optimale waarde voor de instelling van de tractieversterking is
afhankelijk
van de bodemomstandigheden
•
van de werkbreedte van de machine
•
van de tractor
•
van werkzaamheden met of zonder wals
•
Richtwaarde voor de drukinstelling:
4003-2TX
5003-2TX
80 bar
100 bar
Bij het werken met tractieversterking worden de voorste tanden
ontlast. Wanneer de werkdiepte voor kleiner is dan achter, is de druk
van de tractieversterking te hoog ingesteld.
Cenius
6003-2TX
120 bar
Instellingen
8003-2TX
160 bar
87