Opbouw van een foutmelding
De foutmelding is volgens het volgende patroon opgebouwd: bijv. foutmelding "520192-19
"
CAN1
520192
SPN (Suspect Parameter
Number) = storingsnummer
Foutmelding bevestigen
De foutmelding noteren.
Kort op
Æ Het akoestische signaal stopt en de foutweergave wordt niet meer weergegeven. Als de
storing weer optreedt, wordt de foutmelding opnieuw weergegeven.
Om de foutmelding tot de volgende start van het bedieningsterminal te bevestigen, de
toets
De fout verhelpen,
Bevestigde en nog aanwezige foutmeldingen kunnen via de statusregel weer worden
weergegeven,
18.5.1.1
Mogelijke foutsoorten (FMI)
Er zijn verschillende foutsoorten die onder het begrip FMI (Failure Mode Identification) en met
een bijbehorende afkorting worden weergegeven.
FMI
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Comprima V 210 XC
Originele handleiding 150001055_02_nl
19
FMI=soort fout,
na 257
drukken.
indrukken en 5 seconden ingedrukt houden.
zie
Pagina 259.
zie
Pagina 138.
Betekenis
De bovenste grenswaarde is ver overschreden.
De bovenste grenswaarde is ver onderschreden.
De gegevens zijn niet toegestaan.
Er is overspanning opgetreden of een kortsluiting naar voedingsspanning.
Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde.
Er is een kabelbreuk opgetreden of de stroomsterkte is te gering.
Er is een massasluiting opgetreden of de stroomsterkte is te hoog.
Het mechanisme reageert niet of er treedt geen verwachte gebeurtenis op.
De frequentie is niet toegestaan.
Er is een niet normaal update-percentage opgetreden.
Er is een niet normaal wijzigingspercentage opgetreden.
De foutoorzaak is onbekend.
Er is een interne fout opgetreden.
De waarden van de kalibratie liggen buiten het waardenbereik.
Storing, oorzaak en oplossing
Storingen van het elektrisch systeem/elektronica
zie Pagi-
CAN1
Symbool
18
18.5
257