–
de stoomslang moet zo kort mogelijk worden gehouden (max. 4 m) met
inachtneming van de minimum buigradius van 300 mm. Belangrijk! er
moet rekening worden gehouden met een drukverlies van ca. 100 Pa
per meter stoomslang.
Opmerking: is bij uw installatie een stoomslang nodig die langer is dan
4 m, neem dan contact op met uw nordmann leverancier. stoomslan-
gen langer dan 4 m moeten in elk geval over de volle lengte worden
geïsoleerd (bijvoorbeeld met isolatieslang "EcoTherm").
–
Verkleining van de diameter, bijv. veroorzaakt door knikken, moet over
de volle lengte van de slang worden voorkomen. de installatie van een
afsluiter in de stoomslang is niet toegestaan.
–
stoomslangen mogen niet doorhangen (condensaatzakken); bevestig
de slang zo nodig met slangklemmen, kabelgoot of muursteunen, of
monteer een condensaatafvoer in de stoomslang.
–
Belangrijk! Bij het bepalen van de lengte en de loop van de slang moet
er rekening mee worden gehouden dat de stoomslang na verloop van
tijd wat korter wordt.
Bevestigen van de stoomslang
de stoomslang moet met slangklemmen worden bevestigd op de stoom-
verdeelpijp en de stoomuittrede van de bevochtiger.
Let op! draai de slangklem op de stoomaansluiting van de stoom-luchtbe-
vochtiger niet te vast aan.
41