a1/a2
B1
B2
B3
Pi
e
Y
Z
Toepassing
Luchtbehandelingsinst. met:
– buitenluchtaandeel tot 33%
– buitenluchtaandeel tot 66%
– buitenluchtaandeel tot 100%
– toevoerluchtbevochtigingsregeling
directe ruimtebevochtiging
24
–
Systeem 3: regeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde
lucht
de regeling van de relatieve vochtigheid in de toegevoerde lucht
dient alleen daar te worden toegepast, waar de regeling van rela-
tieve vochtigheid in het retourkanaal of in de ruimte om technische
redenen niet mogelijk is. in deze installaties vindt de vochtregeling
steeds m.b.v. een Pi-regelaar plaats. de vochtvoeler (a1) wordt in het
toevoerluchtkanaal achter de stoomverdeelpijp gemonteerd. de vocht-
voeler (a2) voor de regeling van relatieve vochtigheid wordt voor de
stoomverdeelpijp in het kanaal geplaatst. Voor deze vorm van regeling is
een Pi-regelaar met een aansluiting voor een tweede vochtvoeler nodig.
luchtvochtigheidssensor
ventilatiebeveiliging
luchthoeveelheidsbeveiliging
maximaalhygrostaat
externe proportionele regelaar
(bijv. Pi regelaar)
ingangssignaal van a1
ingangssignaal van a2
Welk regelsysteem voor welke toepassing?
Neemt u in de volgende gevallen contact op met uw Nordmann leve-
rancier:
–
Bevochtiging van kleine ruimtes tot 200 m
–
Luchtbehandelingsinstallaties met grote luchtverversingshoeveelheden
–
installaties met een variabele luchtvolumestroom
–
testruimtes met extreme eisen aan de regeling
–
ruimtes met een sterk variërende maximale stoombehoefte
–
installaties met temperatuurschommelingen
–
Koelruimtes en installaties met ontvochting
Toegestane regelsignalen
–
0...10Vdc (externe proportionele regelaar)
–
24 V on/off (hygrostaat)
nordmann
es4
Plaats van de vochtvoeler
ruimte of retourkanaal
systeem 1
systeem 1 of 2
systeem 2
—
systeem 1
toevoerkanaal
systeem 1
systeem 2 of 3
systeem 3
systeem 3
—
3