Laadbak
Laadbak ophalen
1. Schuif de grendel omhoog naar het bovenste deel van
de uitsnijding in het frame van de bak (Fig. 20).
1
Figuur 20
1. Grendel
2. Til met een hand omhoog bij de grendel terwijl u de bak
met de andere hand ophaalt.
3. Haal de bak zo ver mogelijk op en laat deze vervolgens
een stukje zakken om de steun vast te zetten (Fig. 21).
Figuur 21
1. Steun
Laadbak neerlaten
1. Til de bak met een hand een stukje op terwijl u de steun
naar beneden drukt.
2. Laad de bak neer totdat de grendel deze vastgrijpt.
3. Om de bak stevig aan het frame te bevestigen, beweegt
u de grendel naar het onderste deel van de uitsnijding
(Fig. 20).
Grendels van de
achterlaadklep
1. Om de achterlaadklep te openen, drukt u de hendels van
de grendels naar boven (Fig. 22). De grendels klappen
naar het midden van de achterlaadklep. Laat de
achterlaadklep langzaam neer.
Opmerking: U moet wellicht het uiteinde van de
achterlaadklep naar binnen duwen (in het bijzonder als de
lading tegen de achterlaadklep zit), voordat de grendels
naar het midden van de achterlaadklep klappen en
loskomen.
m–4850
1. Grendel van de achterlaadklep
2. Om de achterlaadklep te sluiten, tilt u de hendels
omhoog en schuift u ze naar de buitenkant van het
voertuig.
1
3. Druk de hendels van de grendel naar beneden om de
grendel en de achterlaadklep vast te zetten.
Nieuw voertuig inrijden
Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert
en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100
bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen:
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de
m–4865
motorolie en let op tekenen die erop wijzen dat een
onderdeel van het voertuig oververhit raakt.
Na een koude start moet u de motor ongeveer 15
seconden warm laten worden, voordat u optrekt.
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor een
nieuw voertuig moet u krachtig remmen vermijden.
Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele
bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan
als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden).
Varieer de snelheid van het voertuig tijdens het gebruik.
Vermijd snel starten en stoppen.
De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven
voor regelmatige olieverversingen.
22
1
Figuur 22
m–5334