Onderhoud van het
brandstofsysteem
Brandstofleidingen en -verbindingen
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om de
400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden. Inspecteer op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Brandstoffilter vervangen
Vervang het brandstoffilter om de 800 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Haal de bak op en zet deze vast met de steun.
2. Plaats een schone opvangbak onder het brandstoffilter.
3. Verwijder de klemmen waarmee het brandstoffilter
vastzit aan de brandstofleidingen.
1
Figuur 40
1. Brandstoffilter
4. Bevestig het nieuwe brandstoffilter aan de
brandstofleidingen met de klemmen die u eerder hebt
verwijderd. Het filter moet zo worden gemonteerd dat
de pijl in de richting van de carburateur wijst.
Onderhoud van de bougies
Vervang de bougies om de 800 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Dit
zorgt ervoor dat de motor goede prestaties levert en het
niveau van de uitlaatemissie wordt beperkt.
Type: Champion RC 12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,762 mm
Opmerking: De bougies hebben meestal een lange
levensduur. U moet de bougies echter uitnemen en
controleren als de motor slecht functioneert.
1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat er
geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen
terechtkomen als u de bougie verwijdert.
2. Maak de kabels los van de bougies en verwijder de
bougies uit de cilinderkop.
3. Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen.
Belangrijk
Een gebarsten, aangetaste, vuile of
gebrekkig werkende bougie moet worden vervangen. U
mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen
met een staalborstel omdat hierdoor gruis kan losraken en
in de cilinder terechtkomen. Dit leidt meestal tot
beschadiging van de motor.
4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode 0,762 mm bedraagt.
Plaats een bougie met de juiste elektrodenafstand en
draai deze vast met een torsie van 24–30 Nm. Als u
m–5322
geen momentsleutel gebruikt, moet u de bougie stevig
vastdraaien.
5. Druk de bougiekabels op de bougie.
35
0,762 mm
Figuur 41