Laden en storten
Het gewicht en de positie van de lading en de passagier
kunnen verandering brengen in het zwaartepunt en de wijze
waarop u met het voertuig moet omgaan. Om te voorkómen
dat u de controle over het voertuig verliest waardoor
lichamelijk letsel kan ontstaan, moet u de volgende
richtlijnen in acht nemen:
Vervoer geen lading die zwaarder is dan het maximum
gewicht dat is aangegeven op het gewichtslabel van het
voertuig; voor het maximale gewicht, zie Specificaties,
blz. 13. Het draagvermogen geldt uitsluitend voor vlak
terrein.
Verminder het gewicht van de lading als u op een
helling of oneffen terrein rijdt om te voorkomen dat het
voertuig omkiept of omslaat.
Verminder het gewicht van de lading als het
zwaartepunt hoog is. Materialen, zoals bakstenen,
kunstmest of tuinpalen, worden hoger opgestapeld in de
bak. Hoe hoger de lading is opgestapeld, des te groter is
de kans dat het voertuig zal omslaan. Zorg ervoor dat de
lading zo laag mogelijk is opgestapeld en dat de lading
het uitzicht naar achteren niet belemmert.
Zorg ervoor dat het gewicht van de lading gelijkmatig is
verdeeld over de volle breedte van de laadbak. Als u de
lading te veel aan een kant van de laadbak plaatst,
vergroot dit de kans dat het voertuig omslaat in een
bocht.
Zorg ervoor dat het gewicht van de lading gelijkmatig is
verdeeld over de volle lengte van de laadbak. Als u de
lading achter de achteras plaatst, zal hierdoor minder
gewicht op de voorwielen rusten. Hierdoor kunt u de
macht over het stuur verliezen of kan het voertuig
omslaan op hellingen of oneffen terrein.
Wees extra voorzichtig als de lading uitsteekt buiten de
laadbak en als u een uit-middelpuntige lading vervoert
die niet kan worden gecentreerd. Zorg ervoor dat de
lading in evenwicht is en goed vastzit om te voorkomen
dat deze gaat schuiven.
Zet de lading altijd vast zodat deze niet gaat schuiven.
Als de lading niet goed vastzit of als u een vloeistof
vervoert in een grote container zoals een sproeier,
bestaat de kans dat de lading gaat schuiven. Dit gebeurt
meestal als u draait, een helling op- of afrijdt, plotseling
uw snelheid wijzigt of als u over oneffen terrein rijdt.
Als de lading gaat schuiven, kan het voertuig omslaan.
Waarschuwing
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd handen en andere lichaamsdelen uit de
buurt van de bak als u deze neerlaat.
Let erop dat u geen materiaal op omstanders
stort.
Stort de lading nooit uit de bak als het voertuig
zijwaarts op een helling staat. Als gevolg van de
verandering in de gewichtverdeling kan het voertuig
omslaan.
Als u een zware lading in de bak vervoert, moet u de
snelheid verminderen en ervoor zorgen dat de remweg
lang genoeg is. Trap niet abrupt op het rempedaal. Wees
extra voorzichtig op hellingen.
Wees erop bedacht dat een zware lading de remweg
verlengt en de mogelijkheid vermindert om snel te
draaien zonder om te slaan.
De laadruimte is uitsluitend bestemd voor ladingen, niet
voor het vervoer van passagiers.
Let erop dat u het voertuig niet te zwaar belaad. Het
naamplaatje (onder het dashboard op de middelste
kolom) geeft het maximumgewicht voor het voertuig
aan. U mag de werktuigen nooit te zwaar beladen of het
maximaal toelaatbare totaalgewicht van het voertuig
overschrijden.
7