NEDERLANDS
5.1.
Beschrijving van de bediening.
De bedieningselementen voor de belangrijkste
functies zijn geplaatst op het bedieningspaneel
van het apparaat.
A) Temperatuurregelaar: voor het in-, en
uitschakelen van de
verwarmingselementen.
NL
Temperatuurregelaar
5.2.
In-, en uitschakelen van het apparaat
INSCHAKELEN:
Vóór het eerste inschakelen van de plaat dient de
beschermende vetlaag en eventueel vuil te
worden
afgewassen.
temperatuur 200°C.
A) Druk op de scheidingsschakelaar om de
stroomtoevoer in te schakelen.
UITSCHAKELEN
A) Om de elektrische verwarmingselementen
uit te schakelen, de temperatuurregelaar
(A) op positie 0 instellen. Het groene
controlelampje (B) dooft.
A
Pos. UIT
Verhitten
tot
B) Groen controlelampje: toont de toevoer
van stroom.
C) Wit controlelampje: toont de opwarming
van het apparaat.
D) Rode controlelampje: geeft de activering
van de veiligheidsthermostaat aan.
Controlelampjes
B
C
D
B) De temperatuurregelaar (A) in geen
enkele
een
controlelampje (B) gaat aan. Het witte
controlelampje (C) die de verwarming
signaliseert gaat aan. Als de grillplaat de
gewenste temperatuur bereikt, dooft het
witte controlelampje (C).
B) Druk op de scheidingsschakelaar om de
stroomtoevoer uit te schakelen.
B
A
C
D
6
A
A
positie
instellen.
Het
groene