146
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 154
aanzetten ............................... 154
Service .................................... 154
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling
● luchtdebiet
● ontwasemen en ontdooien
Achterruitverwarming Ü 3 33.
Temperatuur
Rood : warm
Blauw : koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M : naar hoofdhoogte via de verstel-
bare luchtroosters
K : naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
Ontwasemen en ontdooien
● V indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel-
heid, de luchtstroom wordt op de
voorruit gericht.
● Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.