Koplampinstelling in het
buitenland
Het asymmetrische dimlicht biedt
meer zicht op de rand van de weg aan
de passagierskant.
Stel bij het rijden in landen met links‐
rijdend verkeer de koplampen bij om
tegenliggers niet te verblinden.
Auto's met halogeenkoplampen
Op de achterkant van elk koplamp‐
huis zit een wit stelelement.
Draai het stelelement op elk lampen‐
glas
1
/
slag met een inbussleutel
2
maat zes tegen de klok in om de
modus voor stuurwiel rechts in te stel‐
len. Steek daarom de sleutel in de
geleider zoals getoond op de afbeel‐
ding. Of een kruiskopschroeven‐
draaier maat drie kan voor het instel‐
len worden gebruikt.
Draai de stelelementen op beide
koplamphuizen
1
/
slag met de klok
2
mee om naar de modus voor stuur‐
wiel links terug te stellen.
Auto's met LED-koplampen
1. Sleutel in contactschakelaar.
2. Trek de richtingaanwijzerhendel
naar u toe en houd deze vast
(lichtsignaal).
Verlichting
3. Contact inschakelen.
4. Na ongeveer vijf seconden gaat
controlelampje f knipperen en
klinkt er een geluidssignaal.
Controlelamp f 3 119.
Telkens wanneer u de ontsteking
inschakelt, knippert f ter herinnering
ongeveer vier seconden lang.
Volg voor de deactivering dezelfde
procedure als hierboven. f knippert
niet wanneer de functie is gedeacti‐
veerd.
Dagrijlicht
Het dagrijlicht maakt de auto overdag
beter zichtbaar.
Het wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de motor draait.
Het systeem schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en koplampen,
afhankelijk van het aanwezige licht.
Automatische verlichting 3 137.
139