8 Aanvullende informatie
8.1 Objectkleur
Bij de kleurwaarneming spelen drie parameters een wezenlijke rol: licht, object en waarnemer.
Wordt er één element gewijzigd, wijzigt hiermee ook de kleurwaarneming van de kijker. Indien de
waarnemer en de lichtbron niet gewijzigd worden, dan wordt de kleurwaarneming bepaald door het
bestraalde object.
De uiteindelijke kleurwaarneming is afhankelijk van het object, omdat het reflectie- en
transmissiespectrum van het object het waargenomen emissiespectrum van de lichtbron kan
veranderen. Verschillende objecten hebben ook verschillende reflectiespectra en veroorzaken
daarmee overeenkomend verschillende kleurwaarnemingen.
8.2 Kleuronderscheid door het menselijke oog
De kleuronderscheid-eenheid NBS is afgeleid van de kleuronderscheid-formule , welke door Judd
Hunter werd ingevoerd. In 1939 heeft het „American Bureau of Standards" aan de hand van deze
formule de kleur-ongelijkheid vastgesteld. Bedraagt de absolute waarde 1, dan wordt deze de „NBS
Color Difference Unit" genoemd.
Sindsdien worden alle kleurformules gebaseerd op de NBS standaard. De Hunter, Lab, CIE LAB en CIE
LUV formules zijn in de basis overeenkomend met de NBS standaard (niet exact).
Conform de „National Bureau of Standards" normen GB7705-87 (lithografie), GB7706-87 (boekdruk),
GB7707-87 (gravure), gelden voor kleurdruk dezelfde hoeveelheden en kleuren overeenkomend de
kleuronderscheid-richtlijnen: algemeen: ΔE*ab ≤5.00 ~ 6.00; nauwkeurig: ΔE*ab ≤4.00 ~ 5.00.
NBS Eenheid
0,0 ~ 0,5
0,5 ~ 1,51
1,5 ~ 3
3 ~ 6
hoger dan 6
GEBRUIKSAANWIJZING Colorimeter PCE-CSM 8
Waarneming kleuronderscheid
zeer gering
gering
merkbaar
aanzienlijk
veel
47