6.1.6 Samplewaarde instellen als referentiewaarde voor de metingen
In veel gevallen wordt een samplewaarde gebruikt als standaard-/referentiewaarde. Indien u een
samplewaarde in wilt stellen als referentiewaarde gaat u eerst naar de desbetreffende
samplewaarde. Hier selecteert u in het pop-up menu „Operate" het menupunt „Standard Entering".
Vanaf nu wordt de door u geselecteerde waarde gebruikt als referentiewaarde voor de volgende
metingen. Het apparaat schakelt hierbij automatisch naar de standaard meetmodus.
6.1.7 Alle opgeslagen data wissen
Selecteer in het submenu „Data" het menupunt „Delete Record". Hier heeft u twee mogelijkheden:
„Delete All Samples" en „Delete all Records".
1) Delete All Samples
Na het selecteren van deze optie verschijnt een bevestigingsvraag. Wanneer u deze bevestigt
met "OK" zullen alle samplewaarden gewist worden. De opgeslagen standaardwaarden
blijven bewaard.
2) Delete All Records
Na het selecteren van deze optie verschijnt tevens een bevestigingsvraag. Wanneer u deze
bevestigt met "OK" zullen alle samplewaarden en alle standaardwaarden onherroepelijk
gewist worden.
6.1.8 Standard Input
Selecteer, in het „Data Management" menu, het menupunt „Standard Input". Hier kunt u handmatig
een standaardwaarde invoeren. U heeft de keuze uit twee groepen: „Input LAB" en „Input XYZ".
1) Input LAB
Selecteer „Input LAB". Nu kunt u eerst de waarde voor „Input L" invoeren (zie onderstaande
afb.). na bevestiging komt u bij de invoer voor „Input A" en vervolgens „Input B".
2) Input XYZ
Invoer is gelijk aan „Input LAB".
GEBRUIKSAANWIJZING Colorimeter PCE-CSM 8
19