6 Systeemfuncties
Vanuit het hoofdmenu kunt u de systeemfuncties instellen.
6.1 Data Management
Druk op „Data" in het hoofdmenu om naar het data management menu te gaan. Dit menu dient
hoofdzakelijk om de meetgegevens te controleren („Check") en te bewerken („Operate") en om
handmatig standaardwaarden in te voeren („Standard Input").
6.1.1 Controleren/bekijken van data („Check Data")
1) Bekijken van standaardwaarden („Check Standard Record")
Selecteer „Check Record" en u gaat automatisch naar het „Standard Record" scherm (zie
onderstaande afbeelding). Door op „↑" en „↓" te drukken, onderin het display, scrolt u
door de opgeslagen standaarden. Het nummer van de desbetreffende standaardwaarde
wordt links bovenin het display weergegeven („T001"). De vooringestelde naam van de
standaardwaarden is „no name".
2) Bekijken van samplewaarden („Check Sample Record")
Wanneer u zich in de „Check Standard Record" modus bevindt, drukt u links onderin het
display op "Sample", om de samplewaarden te bekijken. Bovenin de blauwe rand van het
display wordt vervolgens „Sample Record" weergegeven. Hier ziet u de samplewaarden en
de afwijking tot de standaard. Door op „↑" en „↓" te drukken, onderin het display, scrolt u
door de opgeslagen samplewaarden. Het nummer van de sample wordt aangeduid als „No.
001" en de standaardwaarde, waaronder de sample is opgeslagen wordt aangeduid als
„T001".
3) Terug naar de standaardwaarde modus
Om terug te keren naar de standaardwaarde modus drukt u, onderin het display, op
„Standard".
GEBRUIKSAANWIJZING Colorimeter PCE-CSM 8
Data Management
16