Gebruik van de afstandsbediening
Het geprojecteerde beeld verticaal
verschuiven (beeldverschuivingsfunctie)
Gebruik deze functie om het volledige beeld dat op het
scherm geprojecteerd wordt naar boven of beneden te
schuiven wanneer 16:9 beelden van een DVD-speler of
andere aangesloten apparatuur geprojecteerd worden,
zodat er gemakkelijker naar het beeld kan worden gekeken.
Druk op PIMAGE SHIFT.
• Het beeld verschuift naar boven.
Druk op RIMAGE SHIFT.
• Het beeld verschuift naar beneden.
Opmerking
• De beeldverschuivingsfunctie werkt wanneer "Grootte
Aanpassen" niet op "DOT BY DOT" is ingesteld.
• Zie blz. 47 voor verdere informatie over de
beeldverschuivingsfunctie
Omschakelen
diafragma-instelling
Deze functie regelt de hoeveelheid geprojecteerd
licht en het contrast van het beeld.
Druk op lIRIS.
• Bij enkele malen indrukken van deze toets terwijl
het display is ingeschakeld, wordt er als volgt
tussen de instellingen omgeschakeld:
HOGE-HELDERHEIDSMODUS
HOOG-CONTRASTMODUS
Opmerking
• Zie blz. 45 voor verdere informatie over de
diafragmafunctie.
Een bewegend beeld stilzetten
1
Druk op h FREEZE.
• Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Druk nog een keer op h FREEZE
2
om weer een bewegend beeld van
het aangesloten apparaat te tonen.
38
van
de
GEMIDDELDE MODUS
Kiezen van de beeldmodus
U kunt de beeldmodus kiezen die het
beste past bij het geprojecteerde beeld
waarnaar u kijkt.
Druk op k PICTURE MODE.
• Bij indrukken van k PICTURE MODE verandert
de beeldmodus als volgt:
Standaard
Natuurlijk
Geheugen
Cinema2
Opmerking
• Zie blz. 43 voor verdere informatie betreffende
de beeldmodus.
IMAGE SHIFT
toetsen
PICTURE
MODE toets
IRIS toets
FREEZE toets
Dynamisch
Cinema1