Inbedrijfstelling
6.
1-37 Inductantie d-as (Ld)
Voer de directe asinductantie van de PM-motor in
voor fase naar common.
Wanneer enkel fase-naar-fasegegevens
beschikbaar zijn, moet u de waarde delen door 2
om de waarde voor fase-common (sterpunt) te
verkrijgen.
De waarde kan ook worden gemeten met behulp
van een inductiemeter; hierbij zal ook rekening
worden gehouden met de inductantie van de
kabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voer
het resultaat in.
5
5
7.
1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM
Voer de tegen-EMK (fase-fase, rms-waarde) in van
de PM-motor bij een mechanisch toerental van
1000 tpm. Tegen-EMK is de spanning die door
een PM-motor wordt gegenereerd wanneer er
geen omvormer is aangesloten en de as extern
wordt gedraaid. De tegen-EMK wordt in specifi-
caties meestal vermeld voor de nominale
motorsnelheid of voor een snelheid van 1000
tpm, gemeten tussen twee fasen. Als de waarde
voor een motorsnelheid van 1000 tpm niet
beschikbaar is, kunt u de juiste waarde als volgt
berekenen: Stel, de tegen-EMK is 320 V bij 1800
tpm. De waarde bij 1000 tpm kan dan als volgt
worden berekend: Tegen-EMK = (spanning/
tpm)*1000 = (320/1800)*1000 = 178. Dit is de
waarde die moet worden ingevoerd bij
1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.
Motorwerking testen
1.
Start de motor bij lage snelheid (100 tot 200
tpm). Als de motor niet draait, moet u de
installatie, algemene programmering en de
motorgegevens controleren.
2.
Controleer of de startfunctie in 1-70 PM Start
Mode geschikt is voor de vereisten van de
toepassing.
Rotordetectie
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingen
waarbij de motor start vanuit stilstand, zoals bij pompen of
transportbanden. Bij sommige motoren is een geluid
hoorbaar wanneer de meetpuls wordt verzonden. Dit is
niet schadelijk voor de motor.
28
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
Parkeren
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingen
waarbij de motor al bij lage snelheid draait, zoals bij
windmilling in ventilatortoepassingen. 2-06 Parking Current
en 2-07 Parking Time kunnen worden gewijzigd. Verhoog
de fabrieksinstelling van deze parameters voor toepas-
singen met hoge massatraagheid.
Start de motor op nominale snelheid. Controleer de VVC+
PM-instellingen als de toepassing niet goed werkt. Zie
Tabel 5.6 voor aanbevelingen voor diverse toepassingen.
Toepassing
Toepassing met lage
massatraagheid
I
/I
Load
Motor
Toepassing met lage
massatraagheid
50>I
/I
Load
Toepassingen met hoge
massatraagheid
I
/I
Load
Motor
Hoge belasting bij lage
snelheid
< 30% (nominale snelheid)
Tabel 5.6 Aanbevelingen voor diverse toepassingen
Verhoog 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij een
bepaalde snelheid gaat oscilleren. Verhoog de waarde in
kleine stappen. Een goede waarde voor deze parameter
kan 10% of 100% hoger liggen dan de standaardwaarde;
dit hangt af van de motor.
Het startkoppel kan worden gewijzigd in 1-66 Min. stroom
bij lage snelh.. 100% geeft het nominale koppel als
startkoppel.
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
Instellingen
1-17 Voltage filter time const. moet
worden verhoogd met een factor 5
< 5
tot 10
1-14 Damping Gain moet worden
gereduceerd
1-66 Min. stroom bij lage snelh. moet
worden gereduceerd (< 100%)
Handhaaf de berekende waarden
> 5
Motor
1-14 Damping Gain, 1-15 Low Speed
Filter Time Const. en 1-16 High Speed
> 50
Filter Time Const. moeten worden
verhoogd
1-17 Voltage filter time const. moet
worden verhoogd
1-66 Min. stroom bij lage snelh. moet
worden verhoogd (> 100%
gedurende langere tijd kan leiden
tot oververhitting van de motor)