Elektrische installatie
LET OP
Schakel de voeding naar de frequentieom-
vormer af voordat u een schakelaar omzet.
1.
Verwijder het lokale bedieningspaneel (zie
Afbeelding 4.13).
2.
Verwijder alle optionele apparatuur die de
schakelaars afdekt.
4
4
3.
Stel de schakelaars A53 en A54 in voor het
gewenste signaaltype. U = spanning, I = stroom.
Afbeelding 4.13 Positie van de schakelaars voor klem 53 en 54
20
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
4.8.5 Veilige uitschakeling van het koppel
(STO)
Om de STO-functie te gebruiken is extra bedrading voor
de frequentieomvormer vereist; zie Bedieningshandleiding
Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT
frequentieomvormers voor meer informatie.
4.8.6 RS-485 seriële communicatie
Op een netwerksegment kunnen in totaal 32 busdeel-
nemers worden aangesloten als bus of via dropkabels
vanaf een gemeenschappelijke hoofdlijn. De netwerkseg-
menten kunnen onderling worden gekoppeld door middel
van lijnversterkers. Elke lijnversterker fungeert als een
busdeelnemer binnen het segment waarin deze
geïnstalleerd is. Elke busdeelnemer in een bepaald netwerk
moet een uniek nodeadres hebben binnen alle segmenten.
•
•
•
•
•
Kabel
Impedantie
Max. kabellengte
[m]
Tabel 4.4 Kabelgegevens
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10
Sluit de RS-485-kabel voor seriële communicatie
aan op klem (+)68 en (-)69.
Sluit elk segment aan beide uiteinden af met
behulp van de eindschakelaar (aansluitklem aan/
uit; zie Afbeelding 4.13) op de frequentieom-
vormers, of via een asymmetrisch
afsluitweerstandsnetwerk.
Verbind een groot oppervlak van de afscherming
met aarde, bijvoorbeeld door middel van een
kabelklem of een geleidende kabelwartel.
Maak gebruik van potentiaalvereffeningskabels
om in het gehele netwerk dezelfde aardpotentiaal
te handhaven.
Gebruik binnen het gehele netwerk hetzelfde
type kabel om problemen met verschillende
impedanties te voorkomen.
Afgeschermd met gedraaide paren (STP)
120 Ω
1200 (inclusief dropkabels)
500 station-tot-station
® -