Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Setup Asynchrone Motor; Setup Permanentmagneetmotor - Danfoss VLT HVAC Drive FC 102 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
3.
Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-
tergroep 0-0* Basisinstellingen te gaan en druk op
[OK].
0.0%
Operation / Display
0-0
*
Basic Settings
0-1
*
Set-up Operations
0-2
LCP Display
*
0-3
*
LCP Custom Readout
Afbeelding 5.3 Bediening/display
4.
Gebruik de navigatietoetsen om naar
0-03 Regionale instellingen te gaan en druk op
[OK].
0.0%
Basic Settings
0-03 Regional Settings
[0] International
Afbeelding 5.4 Basisinstellingen
5.
Gebruik de navigatietoetsen om Internationaal [0]
of Noord-Amerika [1] te selecteren en druk op
[OK]. (Hierdoor worden de standaardinstellingen
voor een aantal basisparameters gewijzigd.)
6.
Druk op [Main Menu] op het LCP.
7.
Gebruik de navigatietoetsen om naar 0-01 Taal te
gaan.
8.
Selecteer de gewenste taal en druk op [OK].
9.
Als tussen de stuurklemmen 12 en 27 een jumper
aanwezig is, laat u 5-12 Klem 27 digitale ingang op
de fabrieksinstelling staan. Als dit niet het geval
is, moet u 5-12 Klem 27 digitale ingang instellen
op Niet in bedrijf. Voor frequentieomvormers met
een optionele bypass is geen jumperkabel vereist
tussen de stuurklemmen 12 en 27.
10.
3-02 Minimumreferentie
11.
3-03 Max. referentie
12.
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
13.
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
14.
3-13 Referentieplaats. Gekoppeld Hand/Auto,
Lokaal, Extern.
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
0.00A
1(1)
0-
**
0.00A
1(1)
0-0
*
MG11AJ10 – Rev. 2013-10-10

5.4.3 Setup asynchrone motor

Voer de motorgegevens in parameter 1-20 of 1-21 tot 1-25
in. Deze informatie is te vinden op het motortypeplaatje.
1.
1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]
2.
1-22 Motorspanning
3.
1-23 Motorfrequentie
4.
1-24 Motorstroom
5.
1-25 Nom. motorsnelheid

5.4.4 Setup permanentmagneetmotor

LET OP
Gebruik een permanentmagneetmotor (PM-motor) alleen
in combinatie met ventilatoren en pompen.
Stappen voor eerste programmering
1.
Activeer het gebruik van een PM-motor door
1-10 Motorconstructie in te stellen op PM, niet-
uitspr. SPM [1].
2.
Stel 0-02 Eenh. motortoerental in op TPM [0].
De motorgegevens programmeren
Nadat u in 1-10 Motorconstructie een PM-motor hebt
geselecteerd, zijn de PM-motorgerelateerde parameters in
parametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. Motordata en
1-4* actief.
De benodigde informatie is te vinden op het motortype-
plaatje en in het motordatablad.
Programmeer de volgende parameters in de aangegeven
volgorde:
1.
1-24 Motorstroom
2.
1-26 Cont. nom. motorkoppel
3.
1-25 Nom. motorsnelheid
4.
1-39 Motorpolen
5.
1-30 Statorweerstand (Rs)
Voer de weerstand van de statorwikkeling in voor
fase naar common (R
fasegegevens beschikbaar zijn, moet u de waarde
delen door 2 om de waarde voor fase-common
(sterpunt) te verkrijgen.
De waarde kan ook worden gemeten met behulp
van een ohmmeter; hierbij zal ook rekening
worden gehouden met de weerstand van de
kabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voer
het resultaat in.
). Wanneer enkel fase-naar-
s
27
5
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave