(A)
(B)
Ritssluiting
Steekselectie:
Naaivoet:
Draadspanning:
Steeklengte:
Stik of speld de ritssluitingband op de stof en plaats de
stof onder de voet.
Trek de draden naar achteren en zet de voet omlaag.
Voer voor het naaien van de linkerkant van de ritssluiting
de ritstandjes langs de voetkant en naai door het kle-
dingstuk en de ritssluitingband.
Draai de stof om en naai de andere kant van de ritsslui-
ting op dezelfde manier als de linkerkant.
Blinde steek
Steekselectie:
Naaivoet:
Draadspanning:
Steeklengte:
Bij dikke stoffen die snel rimpelen moeten de kni-
pranden eerst worden omgezoomd. Sla de zoom
vervolgens zoals afgebeeld om zodat 0,7 cm (1/4˝)
van de zoomranden zichtbaar is.
Achterkant van de stof
0,7 cm (1/4˝)
[A] Dikke stoffen
[B] Dunne of gemiddeld dikke stoffen
Plaats de stof zodanig dat de naald in de positie
helemaal links alleen de rand van de omslag door-
stikt.
Draai de geleiderschroef om de geleider naar de
gevouwen rand te richten.
Naai langs de gevouwen rand en voer daarbij de
stof zodanig door dat de naald de gevouwen rand
bereikt.
Geleiderschroef
Geleider
Gevouwen rand
Druk nadat de zoom klaar is beide kanten van de
zoom samen. Aan de bovenkant van de stof moe-
ten nu de blinde steken zichtbaar zijn.
A
Ritsvoet
3 – 6
2
E of F
Blindzoomvoet
1 – 3
1 – 3
23