De machines moeten regelmatig worden gereinigd met perslucht. Daarbij moeten evt. persoonlijke
veiligheidsuitrustingen worden gebruikt.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moeten bij neergelaten, uitgeschakelde en tegen
inschakeling beveiligde machine worden uitgevoerd.
Onder de machine mag niet worden gewerkt.
Neem de algemeen geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht!
Gebruik bij reparatie- of onderhoudswerkzaamheden extra verlichting (bijv. zaklamp)!
Op de machine aangebrachte waarschuwings- en instructieborden geven belangrijke informatie over
een veilig gebruik; het aanhouden daarvan is voor uw eigen veiligheid!
Houd bij gebruik van de openbare weg de geldende regelgeving aan!
Maak u voor aanvang van de werkzaamheden vertrouwd met alle inrichtingen en
bedieningselementen en met de functies daarvan. Tijdens het werken is dat te laat!
Bij het gebruik van de machine moet gehoorbescherming worden gedragen.
De strooihoeveelheid mag alleen precies volgens de handleiding en door geschoold personeel
worden uitgevoerd!
De gebruiker moet nauw sluitende kleding dragen! Vermijd loshangende kleding!
Draag altijd veiligheidsschoenen met slipvaste zolen!
Houd de machine schoon om brandgevaar te voorkomen. Verder wordt geadviseerd, een
brandblusser op de tractor aan te brengen.
Controleer voor het opstarten en voor de inbedrijfstelling de directe omgeving! (Kinderen!) Let op
voldoende zicht!
Meerijden tijdens het werken en de transportrit op de machine is verboden!
Op de evt. voor de opbouw van de universele doseerder gebruikte landbouwapparaten mogen in
geen geval personen meerijden.
Koppel de machine aan conform de voorschriften en alleen op de voorgeschreven inrichtingen!
Bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de tractor is bijzondere voorzichtigheid
geboden! Gebruik alleen zelfborgende bevestigingen (moeren), en bouten van hoge kwaliteit.
Let bij opbouw, bediening en onderhoud/vullen op de stabiliteit van de tractor en de machine.
Gebruik afhankelijk van de grondbewerkingsmachine, waarop de strooimachine wordt gemonteerd,
een opstap conform EN 14018 en houd de handleiding aan.
Sluit bij de montage van de machine de verbindingen van de aansluitingen op de tractorhydraulica
conform de handleiding zorgvuldig aan.
Breng gewichten altijd conform de voorschriften aan op de daarvoor bedoelde bevestigingspunten!
De montagebepalingen en de in de handleiding aan de tractor resp. de landbouwmachines gestelde
eisen moeten in acht worden genomen.
Houd de toegestane asbelasting, totaalgewicht en transportafmetingen aan!
Transportuitrusting, zoals bijv. verlichting, waarschuwingsinrichtingen en evt.
beschermingsinrichtingen controleren en monteren!
Losmaakcomponenten voor snelkoppelingen moeten los hangen en mogen in de lage stand niet zelf
losraken!
Verlaat nooit de cabine tijdens het rijden!
Rijgedrag, stuur- en remgedrag worden ook door aangebouwde of aangekoppelde machines en
ballastgewichten beïnvloed. Let daarom op voldoende stuur- en rembekrachtiging!
Houd bij het rijden door een bocht rekening met het uitzwenken en/of de massatraagheid van de
machine!
Neem de machine alleen in bedrijf, wanneer alle veiligheidsinrichtingen zijn aangebracht en in de
beveiligingsstand staan!
Verblijven in de werkzone is verboden!
Kom niet in het draai- en zwenkbereik van de machine!
Hydraulische klapramen mogen alleen worden bediend, wanneer er geen personen binnen het
zwenkbereik aanwezig zijn.
Op extern bediende delen (bijv. hydraulisch) zijn beknellings- en letselplaatsen aanwezig!
Let bij apparaten met handmatig uitklappen altijd op een goede standvastigheid letten!
Bij snel gereden machines met grondaangedreven werktuigen: gevaar na het uittillen door
nalopende massatraagheid! Pas benaderen, wanneer deze geheel stil staan!
Voor het verlaten van de tractor de machine op de grond plaatsen, de motor uitschakelen en de
contactsleutel uitnemen!
Pagina 6