LET OP!
Zoutresten kunnen door contact met vocht in de tank vastklonteren.
Zo reinigt u de strooimachine:
1.
Strooigoedtank leegmaken (zie daarvoor Leegmaken van de tank, punt 6.9).
2.
Strooimachine spanningsloos schakelen.
3.
Zaaias demonteren (zie daarvoor Demontage van de zaaias, punt 6.5).
4.
Deksel van de strooigoedtank openklappen.
5.
De strooimachine en de strooigoedtrajecten inwendig met perslucht reinigen.
6.
De strooimachine uitwendig met een vochtige doek reinigen.
LET OP!
Er mag GEEN WATER in de tank of in de machine komen. Inwendig mag de machine alleen
met perslucht worden uitgeblazen.
Door reiniging met te hoge druk kan lakschade ontstaan.
Reparatie en onderhoud
Neem contact op met de fabrikant in geval van uitval of beschadiging van de strooimachine. De
contactgegevens vindt u op de laatste pagina van deze handleiding en in hoofdstuk 2 Service.
8
Buitenbedrijfstelling, opslag en verwijdering
Machine buiten bedrijf stellen
Om ervoor te zorgen dat de machine ook na een langere gebruikspauze volledig functioneel blijft, is het
belangrijk de nodige maatregelen te treffen voor de opslag:
1.
Zaaizaad volledig uit de strooimachine verwijderen.
2.
Strooimachine inwendig en uitwendig reinigen (zie Reinigen van de strooimachine, punt 7.2).
3.
Strooimachine droog opslaan om klonteren en bacteriegroei in de machine te voorkomen.
Opslag van de machine
De strooimachine moet droog en beschermd tegen weersinvloeden worden opgeslagen, zodat deze ook
na langere opslagtijd goed blijft werken.
Afvalverwijdering
De machine moet volgens de geldende lokale afvalverwijderingsregels worden uitgevoerd.
Pagina 16