Veiligheid tijdens het bedrijf
28
Veiligheid
•
Gebruik bij de montagewerkzaamheden boven hoofdhoogte altijd klimhulpmiddelen
en werkbordessen die daarvoor goedgekeurd en geschikt zijn. Gebruik geen
machineonderdelen en uitrustingsstukken op de klimhulpmiddelen. Gebruik bij
werkzaamheden op grotere hoogten altijd een valbeveiliging. Houdt de klimhulp-
middelen altijd vrij van vervuilingen en ijs.
•
Voor aanvang van de onderhoudswerkzaamheden van de wiellader ontdoet u alle
aansluitingen en schroefverbindingen van olie, brandstof en vervuilingen. Gebruik
bij de reiniging geen agressieve substanties. Gebruik alleen vezelvrije poets-
doeken.
•
Beveilig deze onderdelen tegen het reinigen met water of stoom (hogedrukreiniger)
door ze af te dekken of af te plakken, omdat uit veiligheids- en werkingsoverwe-
gingen er geen water of stoom en reinigingsmiddelen mogen binnendringen. Met
name motorcomponenten, zoals inspuitpomp, generator, regelaar en startmotor
lopen gevaar.
•
Verwijder na de reiniging alle afdekkingen en lijmresten, die u voorheen als
bescherming hebt aangebracht.
•
Controleer na reiniging alle brandstof-, motorolie- en hydraulische-olieleidingen op
lekkage, loszittende verbindingen, schuurplekken en beschadigingen. Verhelp
geconstateerde gebreken onmiddellijk, wanneer u daarvoor toestemming hebt.
•
Draai na de onderhoudswerkzaamheden losgeraakte schroefverbindingen steeds
weer vast.
•
Moet u voor onderhoudswerkzaamheden veiligheidsvoorzieningen demonteren,
controleer dan of na de werkzaamheden de veiligheidsvoorzieningen weer gemon-
teerd en in gebruik zijn genomen.
•
Voer alle bedrijfs- en hulpstoffen, evenals vervangen onderdelen, op milieuvriende-
lijke wijze af en conform de lokaal geldende wetgeving.
•
Laat de wiellader voor de eerste inbedrijfstelling en na werkzaamheden in bijzon-
dere werkomgevingen door een expert controleren. Laat de wiellader minimaal
eenmaal per jaar door een expert controleren.
•
Leg de controleresultaten van de expert schriftelijk vast en bewaar die ten minste
tot de volgende controle.
Houd bij onderhoudswerkzaamheden onder de laadschoparm rekening met de
volgende punten:
•
Ondersteun de laadschoparm op mechanische wijze met behulp van een laad-
schoparmsteun (speciale uitrusting).
•
Beveilig de handhendel voor werk- en aanvullende hydrauliek via de betreffende
tuimelschakelaar.
Beveilig tijdens de onderhoudswerkzaamheden de wiellader tegen onopzettelijk
hernieuwd inschakelen:
•
Verwijder de contactsleutel.
•
Plaats een waarschuwingslabel bij de hoofdschakelaar - accu. Dat geldt met name
bij werkzaamheden aan de onderdelen van de elektrische installatie.
AZ 150f Originele bedieningshandleiding 27-4-2016 5400936 0 SERIE NL