3. Documenten afdrukken
Basisbewerking
De volgende stappen laten zien hoe u algemene afdruktaken kunt uitvoeren.
1.
Open het dialoogvenster printereigenschappen in de toepassing van uw document.
Klik op [Help] voor meer informatie over elke instelling. U kunt op de informatiepictogrammen
klikken voor informatie over de configuratie.
2.
Stel de gewenste afdrukopties in en klik vervolgens op [OK].
Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt gesloten.
3.
Klik op [OK].
• Als er een papierstoring optreedt, stopt het afdrukken nadat de huidige pagina is afgedrukt. Nadat
de papierstoring is verholpen, zal het afdrukken automatisch hervat worden vanaf de pagina die
vastliep. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier, raadpleegt u
Pag.76 "Een papierstoring verwijderen".
• Als u op enveloppen hebt afgedrukt, zorg er dan voor dat u daarna de hendels terugzet in hun
oorspronkelijke posities. Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken met de
adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen. Voor meer informatie over de hendels voor het
afdrukken op enveloppen, raadpleegt u Pag.25 "Papier plaatsen".
Een afdruktaak annuleren
U kunt afdruktaken annuleren door het bedieningspaneel van het apparaat of uw computer te
gebruiken, afhankelijk van de status van de taak.
39