Brandstoffilter vervangen
Vervang het brandstoffilter, aan de binnenkant van de
framerail onder de waterafscheider, om de 400 uur of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Draai de schroef los waarmee het filter is bevestigd aan
het framerail.
2. Klem de beide brandstofslangen die zijn aangesloten op
het brandstoffilter, op zodanige wijze samen dat de
brandstof niet kan weglekken als de slangen worden
verwijderd.
Gevaar
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 6 mm tot 13 mm
vanaf de onderkant van de vulbuis. Dit geeft de
brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat de
dop op zijn plaats blijft.
3. Maak de slangklemmen op beide uiteinden van het filter
(Fig. 41) los en trek de brandstofslangen van het filter af.
2
1
Figuur 41
1. Brandstoffilter
2
2. Slangklemmen
36
4. Verwijder de klem van het brandstoffilter en schuif deze
op het nieuwe filter. Druk de brandstofslangen op het
nieuwe brandstoffilter en zet deze vast met de slang-
klemmen. Let erop dat de pijl op de zijkant van het
filter in de richting van de injectiepomp wijst.
5. Bevestig het filter aan het framerail met de schroef die u
eerder hebt verwijderd.
Injectors ontluchten
Opmerking: Deze procedure mag uitsluitend worden
toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht met behulp
van de normale ontluchtingsprocedures en de motor niet
start; zie Het brandstofsysteem ontluchten, blz. 21.
1. Draai de leidingconnector naar spuitdop nr. 1 en de
houder los.
1
Figuur 42
1. Brandstofinjectors
2. Zet de gashendel op Snel.
3. Draai het sleuteltje op Start en bekijk hoe de brandstof
om de connector stroomt. Draai het sleuteltje op Uit
wanneer u een ononderbroken straal ziet.
4. Draai de leidingconnector goed vast.
5. Herhaal deze procedure bij de overige spuitmonden.