84" maaier met achterwaartse uitstoot (24 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Toro ProLine 30314TE
Pagina 1
Form No. 3350–752 Rev. B Middelgrote maaimachine ProLine maaimachine, versnelling met T-Bar, 13 PK, met 91 cm maaidek met zijafvoer Modelnr. 30314TE – Serienr. 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
Om het risico van letsel te erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U verminderen, moet u zich aan de veiligheidsinstructies dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer houden.
Benzine Gebruiksaanwijzing • WAARSCHUWING – Benzine is uiterst ontvlambaar. • Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine Neem de volgende voorzorgsmaatregelen. gebruikt, met name kinderen en huisdieren. – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken • Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. die daar speciaal voor bedoeld zijn.
– maak scherpe bochten; wees voorzichtig als u • Om de beste prestaties en een veilig gebruik te achteruitrijdt. verzekeren, uitsluitend originele Toro-onderdelen en accessoires gebruiken, Nooit universele onderdelen – het is niet toegestaan passagiers te vervoeren. en accessoires gebruiken; deze kunnen de veiligheid Let op het verkeer bij oversteken en in de buurt van de in gevaar brengen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 106-5533 93-7010 1. Lees de 3. Verwijder het sleuteltje uit 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Blijf op veilige afstand. Gebruikershandleiding .
Pagina 10
98-4387 93-7828 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 1. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes –...
Pagina 11
106-5500 1. Choke 3. Continu snelheidsregeling 5. Motor – Stoppen 7. Beweeg de duwboom naar de handgreep en druk 2. Snel 4. Langzaam 6. Motor – Starten vervolgens op de knop. 106-5519 1. Handen of voeten kunnen 2. Waarschuwing – Zet de 4.
Benzine en olie Waarschuwing Aanbevolen benzine Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor automobielen tot ernstig letsel en ziekte. (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. •...
Gaffelpen Ring Voor montage van de duwbomen R-pen Wordt gebruikt om de motorolie af te Olieaftapslang tappen Gebruikershandleiding Lezen voor gebruik Gebruikershandleiding van motor Lezen voor gebruik Onderdelencatalogus Instructievideo Veilige Bediening Bekijken voor gebruik Registratiekaart Invullen en opsturen naar Toro...
Stap Verwijder de transportbeugel en de transportringen Benodigde onderdelen voor deze stap: m–7660 Figuur 3 Geen 1. Centrale maatwielen en 3. Bout afstandsstuk 4. Ring Procedure 2. Moer 5. Afstandsstuk 1. Verwijder de moer van het centrale maatwiel, de 2 grote ringen, de hoekbeugel en 1 kleine ring (Fig.
3. Plaats een afstandsstuk op beide voorste maaihoogte- Stap pennen en monteer de R-pennen. 4. Ongebruikte afstandsstukken kunt u monteren in de voorste en achterste maaihoogtepennen aan de andere kant van de knalpijp (Fig. 6). De R-pennen en de afstandsstukken monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: m-6505 Hoeveelheid...
Procedure 3. Kies de onderste stand voor het onderste montagegat (Fig. 7). 1. Houd de brandstoftank recht boven het achterframe 4. Zet de handgreep vast in beide onderste montagegaten (Fig. 8). met een flensbout (3/8 x 1 inch) en een flensmoer 2.
3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en controleer of Stap de hendel recht in de gleuf van de schakelhendelplaat staat. De afstand aan beide kanten van de schakelhendel moet gelijk zijn (Fig. 11). 4. Als de afstand niet correct is, moet u de schakelplaat losmaken en aan beide kanten afstellen.
Stap De duwbomen monteren m–5329 Benodigde onderdelen voor deze stap: Figuur 13 Hoeveelheid Onderdeel 1. Duwboom en klem 5. Ring 2. 89 mm 6. R-pen Duwbomen 3. Beugel van spanpoelie 7. Klem van duwboom Borgpen 4. Gaffelpen 8. Gat F Gaffelpen Ring 4.
Gebruiksaanwijzing Schakelhendel – De transmissie heeft vijf versnellingen vooruit, een neutraalstand en een achteruit, en heeft een lineair schakelpatroon. U mag niet schakelen als de Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie machine in beweging is, omdat hierdoor schade aan de de linker- en rechterzijde van de machine.
Parkeerrem gebruiken 3. Zet de gashendel op Choke voordat u een koude motor start. Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. meestal de choke niet te gebruiken. Als u een warme motor start, zet u de gashendel op Snel.
Bediening van de aftakas Het Veiligheidssysteem Met de aftakasschakelaar schakelt u samen met de Voorzichtig bedieningsstang van de maaimessen de aandrijving naar de elektrische koppeling en de maaimessen aan en uit. Niet-aangesloten of beschadigde interlock- schakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben Maaimessen inschakelen (aftakas) op de werking van de machine.
Vooruit- en achteruitrijden Achteruitrijden 1. Om achteruit te rijden, zet u de schakelhendel in de Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, achteruit. oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de gashendel op Snel om de beste prestaties te verkrijgen. 2.
Een stoeprand voorwaarts oprijden Een stoeprand achterwaarts oprijden 1. Schakel de maaimessen uit. 1. Schakel de maaimessen uit. 2. Zet de machine in de eerste versnelling. 2. Zet de machine in de achteruit. 3. Laat de machine rijden totdat de zwenkwielen contact 3.
Transport van de machine De maaihoogte instellen Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar De maaihoogte kan worden ingesteld van 25 tot 114 mm vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat in stappen van 6 mm. U kunt de maaihoogte instellen door de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle vier R-pennen in verschillende openingen te plaatsen en benodigde verlichting en aanduidingen die wettelijk...
De centrale maatwielen 3. Verwijder de onderste flensbouten (3/8 x 1 inch) en de flensmoeren waarmee de handgreep is bevestigd aan afstellen het achterframe (Fig. 24). 4. Draai de handgreep in de gewenste werkstand en De maatwielen moeten worden afgesteld in het juiste gat monteer de onderste flensbouten (3/8 x 1 inch) en voor elke maaihoogte.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • Oliepeil – controleren • Veiligheidssysteem – controleren Voor elk gebruik • Rem – controleren • Motor – buitenkant reinigen • Maaikast – reinigen Na de eerste •...
Voorzichtig Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los van de bougie(s) voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Het papierelement controleren Oliepeil van de motor controleren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Belangrijk Het papierfilter nooit reinigen met perslucht of vloeistoffen zoals oplosmiddelen, benzine of 2. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in kerosine. werking.
Motoroliefilter vervangen 6. Plaats een opvangbak onder de aftapslang. Draai aan de aftapplug om de olie in de bak te laten lopen Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren of om de (Fig. 28). olieverversingsbeurt. 7. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine dicht.
Bougies verwijderen 2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode (Fig. 31). Verbuig de massa- 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. elektrode (Fig. 31) om de juiste afstand in te stellen indien dit nodig is. 2.
Smeren Koppelingen van de transmissie smeren 1. Smeer de koppelingen van de transmissie op de Onderhoudsinterval/Specificatie achterkant van de machine (Fig. 34). Gebruik Nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
Het koelsysteem reinigen Onderhoudsinterval/Specificatie Voor elk gebruik moet u het koelsysteem van de motor controleren en reinigen. Verwijder aangekoekt gras, vuil of andere rommel van de cilinder en de koelribben van de cilinderkop, het luchtinlaatrooster op het uiteinde van het vliegwiel, de carburateur, de regelhendels en de verbindingen.
Elektrische koppeling afstellen 3. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie Remmen controleren, blz. 32. De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en 4. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten, geremd kan worden. De afstelling moet om de blz.
Onderhoud van het Benzine aftappen uit de brandstoftank brandstoffilter 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle benzine uit de tank kan lopen. Schakel Onderhoudsinterval/Specificatie vervolgens de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op Uit. Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren of Verwijder het sleuteltje.
Onderhoud van de maaimessen Controle op kromme messen 1. Draai de messen totdat de uiteinden naar voren en naar Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de achteren wijzen (Fig. 43). Meet de afstand tussen een maaimessen scherp houden. Om het slijpen en vervangen horizontaal oppervlak en de snijrand, positie A, van de te vergemakkelijken, is het handig extra messen in messen (Fig.
Figuur 47 machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. 1. Mes 2. Mesbalans Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
Assemblage van het frame Hoogte van maaidek controleren 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in Positie van draagframe t.o.v. maaidek werking. controleren 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn werking.
Schuinstand van draagframe controleren 6. Als de hoogte van het draagframe bij deze punten niet gelijk is, moet u afstandsstukken van boven of onder het Het draagframe moet een schuinstand van 6 mm over een zwenkwiel verplaatsen om het draagframe horizontaal te lengte van 61 cm hebben (Fig.
5. Controleer of het maaidek horizontaal staat. Horizontale stand van het maaidek controleren AFSTAND TUSSEN SNIJRAND EN HORIZONTAAL OPPERVLAK METEN 1. Controleer de spanning van de banden van het m–1087 maaidek en de tractie-eenheid. Figuur 53 2. Zet de messen horizontaal in de dwarsrichting (Fig.
De maaihoogte kloppend 3. Draai de onderste twee montageschroeven zover los dat er genoeg ruimte is om de riem tussen de maken aandrijfpoelie en de steun van de spanpoelie te halen (Fig. 59). 1. Controleer de spanning van de banden van het 4.
7. Maak de spanveer los van de zijkant van het frame 3. Draai de schroeven los waarmee de kap van het (Fig. 60). draagframe vastzit, en verwijder de kap. 8. Draai de ankerbout zover los dat u de tractieriem van 4.
Drijfriem van aftakas vervangen Tekenen dat de riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de drijfriem als u één van deze zaken constateert. 1.
Onderhoud van zwenkwielen en lagers De zwenkwielen draaien op een rollager die wordt ondersteund door een holle asje. Als het lager steeds goed gesmeerd is, zal de slijtage zeer gering zijn. Indien dat niet het geval is, zal het lager snel slijten. Een slingerend zwenkwiel duidt erop dat het lager is versleten.
Grasgeleider vervangen Waarschuwing Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes. Gebruik de maaimachine nooit zonder afdekplaat, mulchplaat of een grasafvoer en een grasvanger.
Reiniging en stalling 9. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand ervan, zie Onderhoud van de bougies, blz. 29. Nadat de bougie(s) uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u twee 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking eetlepels motorolie in het bougiegat.
Storingen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor start niet, start moeilijk of Brandstoftank leeg. Tank met benzine vullen. blijft niet lopen. Choke staat niet op Aan. Zet de gashendel op Choke. Luchtfilter vuil. Luchtfilterelement reinigen of vervangen. Bougiekabel los of niet op Kabel op bougie aansluiten.
Pagina 48
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Abnormale trillingen. 1. Maaimes(sen) verbogen of niet 1. Nieuwe maaimes(sen) in balans. monteren. 2. Mesbout zit los. 2. Mesbout aandraaien. 3. Bevestigingsbouten van motor 3. Bevestigingsbouten van motor zitten los. aandraaien. 4. Losse motorpoelie, spanpoelie 4. Desbetreffende poelie of mespoelie.