De gewenste camerafunctie kiezen
4 Kies een waarde door v/V aan te raken.
Naar –
• Voor meer informatie over de belichting, zie blz. 9.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
z De EV (Belichtingswaarde) aanpassen door een histogram af te beelden
A
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt aanpassen.
– Als
(Camera) is ingesteld op [Autom.] of [Handmatig]
– Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode veranderen
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
1 Druk op
(aanraakscherm-inschakeltoets).
2 Stel
(Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna
3 Raak 9 (Scherpstellen) aan.
4 Raak de gewenste optie aan.
B
Donker
Helder
Naar +
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op
de
(schermweergaveschakel-) toets om het
histogram op het scherm zichtbaar te maken. De
grafiek duidt op een helder beeld wanneer deze
rechterkant ervan hoog is, en op een donker beeld
wanneer de linkerkant ervan hoog is. Kies
[Programma] of een van de standen van de
scènekeuzefunctie voor
EV-waarde aan terwijl u de belichting aan de
hand van het histogram in de gaten houdt.
Naar +: Maakt het beeld
helderder.
0EV: De belichting wordt
door de camera automatisch
ingesteld.
Naar –: Maakt het beeld
donkerder.
(Camera) en pas de
aan.
33