Toegangscodes
De telefoon en de SIM-kaart zijn met diverse
toegangscodes beveiligd tegen ongeoorloofd
gebruik.
Wanneer op de telefoon om een van de
onderstaande codes wordt gevraagd, toetst u de
juiste code in (op het display verschijnen sterretjes)
en drukt u op de middentoets of op de functietoets
Ok. Als u daarbij een fout maakt, drukt u een of
meer keren op de toets C totdat het onjuiste teken
is gewist en gaat u verder met het intoetsen van de
code.
U kunt alle toegangscodes, met uitzondering van
PUK en PUK2, wijzigen met de menuoptie
Beveiliging (Menu 9.7). Zie pagina 161 voor
meer informatie.
Belangrijk: gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112. U
kunt anders onbedoeld een
alarmnummer bellen.
Telefoonwachtwoord
Bij de blokkeerfunctie wordt een wachtwoord
gebruikt om de telefoon te beschermen tegen
ongeoorloofd gebruik. Het telefoonwachtwoord is in
de fabriek ingesteld op "00000000".
Gewenste actie
Zie
De blokkeerfunctie in- of
pagina 162.
uitschakelen
Het telefoonwachtwoord
pagina 162.
wijzigen
168
PIN
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer)
heeft een lengte van 4 tot 8 cijfers en beschermt de
SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De code
wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd.
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
opgeeft, wordt de code uitgeschakeld en kunt u de
telefoon pas weer gebruiken wanneer u de PUK-
code hebt ingetoetst (zie hierna).
Gewenste actie
Zie
De PIN-controle in- of
pagina 161.
uitschakelen
De PIN-code wijzigen
pagina 161.
PUK
Door de PUK-code (PIN Unblocking Key) van 8
cijfers in te toetsen kunt u de telefoon weer
bruikbaar maken nadat de PIN-code is geblokkeerd.
In het algemeen wordt de PUK-code geleverd bij de
SIM-kaart. Als dat niet het geval is of als u de code
niet meer hebt, neemt u contact op met uw
provider.
U ontgrendelt de PIN-code als volgt:
1. Toets de PUK-code in en druk op de middentoets
of op de functietoets Ok.
2. Voer een nieuwe PIN-code in en druk op de
middentoets of op de functietoets Ok.
Toegangscodes
169