Voorzichtig!
Aangezien de F1355 kan worden aangesloten
op een groot aantal verschillende externe
eenheden, moeten ook deze worden gecontro-
leerd.
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op
het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
BASISHANDELINGEN
Controleer eerst de volgende zaken:
• De stand van de schakelaar (SF1) .
• Groeps- en hoofdzekeringen van het gebouw.
• De aardlekschakelaar van het gebouw.
• De automatische zekering van de warmtepomp (FA1).
• De temperatuurbegrenzer van de warmtepomp (FD1).
• Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd).
LAGE TEMPERATUUR OF GEEN
WARMTAPWATER
• Gesloten of gesmoorde vulklep
– Open de afsluiter.
• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
– Stel de mengklep af.
• Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "addition".
• Groot warmtapwaterverbruik.
– Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit
(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
• Te lage warmtapwaterinstelling.
– Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.
• Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-
ter.
– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het
warmtapwater prioriteit moet krijgen.
LAGE KAMERTEMPERATUUR
• Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu
1.1 in plaats van de thermostaten te smoren.
54
Hoofdstuk 5 | Storingen in comfort
• Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-
ming" in menu 4.9.2.
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert
u "addition".
• Te lage instelwaarde op de automatische verwarmings-
regeling.
– Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempera-
tuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling van
de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boven toe
worden bijgesteld.
• Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop verwar-
ming prioriteit moet krijgen.
• "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
– Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
– Controleer alle externe schakelaars.
• Lucht in het afgiftesysteem.
– Ontlucht het afgiftesysteem .
• Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem.
– Open de kleppen.
HOGE KAMERTEMPERATUUR
• Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-
mingsregeling.
– Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschui-
ving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur
alleen hoog is bij koud weer, moet de helling van de
stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar beneden toe
worden afgesteld.
• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
– Controleer alle externe schakelaars.
ONGELIJKMATIGE RUIMTETEMPERATUUR.
• Onjuist ingestelde stooklijn.
– Pas de stooklijn aan in menu 1.9.1..
• Te hoog ingestelde waarde voor "dT bij DOT"..
– Open menu 5.1.14 (aanvinst. klim.systeem) en ver-
laag de waarde van "dT bij DOT".
• Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.
– Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.
NIBE F1355