Om het energieverbruik tijdens een vakantie terug te
brengen, kunt u de temperatuur voor de verwarming en
warmtapwater verlagen. U kunt ook koeling, ventilatie,
zwembad en zonnepaneelkoeling instellen, mits de
functies zijn aangesloten.
Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd,
is de gewenste kamertemperatuur (°C) voor de opgege-
ven periode ingesteld. Deze instelling geldt voor alle af-
giftesystemen met ruimtesensoren.
Indien er geen ruimtesensor is geactiveerd, wordt de
gewenste verschuiving van de stooklijn ingesteld. Eén
stap is gewoonlijk voldoende om de kamertemperatuur
met één graad te veranderen, maar in sommige gevallen
kunnen meerdere stappen nodig zijn. Deze instelling
geldt voor alle afgiftesystemen zonder ruimtesensoren.
Het vakantieprogramma start om 00:00 op de startdatum
en stopt om 23:59 op de stopdatum.
TIP
Beëindig de vakantie-instelling ongeveer een
dag voordat u terugkomt, zodat de temperatuur
van de kamer en het warmtapwater weer tot
de gebruikelijke niveaus kunnen komen.
TIP
Stel het vakantieprogramma vooraf in en acti-
veer deze vlak voordat u vertrekt om het com-
fort te behouden.
MENU 4.9 - GEAVANCEERD
Menu
geavanceerd
heeft oranje tekst en is bedoeld
voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere
submenu's.
MENU 4.9.1 - FUNCTIE VOORKEUREN
functie voorkeuren
Instelbereik: 0 tot 180 min
Standaardwaarde: 30 min
Kies hier hoe lang de warmtepomp in een bepaalde
functie moet werken wanneer er twee of meer functies
tegelijkertijd vereist zijn. Indien er slechts één functie
is, werkt de warmtepomp uitsluitend in die functie.
De cursor geeft aan op welk punt de warmtepomp in
de cyclus zich bevindt.
Indien 0 minuten is geselecteerd, betekent dit dat de
vereiste geen prioriteit heeft en alleen wordt geactiveerd
wanneer er geen andere vereiste is.
MENU 4.9.2 - INSTELLING MODUS AUTO
30
Hoofdstuk 3 | Regeling - Menu's
start koeling (benodigde accessoire)
Instelbereik: -20 – 40 °C
Fabrieksinstelling: 25
stop verwarming
Instelbereik: -20 – 40 °C
Standaardwaarde: 17
stop bijverwarming
Instelbereik: -25 – 40 °C
Fabrieksinstelling: 5
balanspunt
Instelbereik: -40 – 20°C
Fabrieksinstelling: -20
filtertijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 24 u
In de bedrijfsstand "auto" bepaalt de warmtepomp op
basis van de gemiddelde buitentemperatuur wanneer
de bijverwarming en warmteproductie mogen starten
en stoppen. Als de koeloptie aanwezig is of als de
warmtepomp een geïntegreerde koelfunctie heeft, kunt
u ook de starttemperatuur voor het koelen kiezen.
Selecteer de gemiddelde buitentemperaturen in dit
menu.
LET OP!
Kan niet hoger worden ingesteld dan "stop bij-
verwarming" hoger dan "stop verwarming".
balanspunt: Het "balanspunt" specificeert de buitentem-
peratuur waarbij de installatie zonder de hulp van bijver-
warming naar verwachting aan alle behoeften voldoet.
Het is niet mogelijk om "balanspunt" lager in te stellen
dan 14°C onder de ingestelde waarde voor "stop verwar-
ming".
filtertijd: U kunt ook de tijd (filtertijd) instellen waarover
de gemiddelde temperatuur wordt berekend. Indien u
0 selecteert, wordt de huidige buitentemperatuur ge-
bruikt.
LET OP!
In systemen waarin verwarmen en koelen via
dezelfde leidingen worden verzorgd, kan "stop
verwarming" op max. "start koeling" worden
ingesteld als er geen koel-/verwarmingssensor
is.
MENU 4.9.3 - INSTELLING GRAADMINUTEN
NIBE F1355