LET OP!
De warmtepomp heeft een minimaal ventilatie-
debiet nodig om goed te kunnen werken. Een
onvoldoende ventilatiedebiet kan tot een alarm
leiden en de werking van de compressor blok-
keren.
MENU 1.3 - PROGRAMMERING
In het menu
programmering
(verwarming/koeling/ventilatie) voor elke werkdag ge-
pland.
U kunt ook een langere periode instellen tijdens een
geselecteerde periode (vakantie), en wel in menu 4.7.
Programma: Hier selecteert u welk van de programma's
gewijzigd moet worden.
Programma-instelling
Deze instellingen kunnen worden verricht voor elk pro-
gramma (menu 1.3.1, 1.3.2 en 1.3.3:
Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de
geselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïn-
vloed door een deactivering.
Systeem: Hier wordt geselecteerd voor welk afgiftesys-
teem het programma bedoeld is. Deze mogelijkheid
wordt alleen weergegeven als er meer dan één afgifte-
systeem aanwezig is.
Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week het
programma van toepassing is. Om het programma voor
een bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die
dag worden gereset door de starttijd en stoptijd hetzelf-
de in te stellen. Indien de regel "allemaal" wordt gebruikt,
worden alle dagen van de periode ingesteld op deze tij-
den.
Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de gese-
lecteerde dag van het programma selecteren.
Afstelling: Zie het betreffende submenu.
Conflict: Indien twee instellingen botsen, wordt er een
rood uitroepteken weergegeven.
TIP
Als u voor elke dag van de week hetzelfde
programma wilt instellen, vult u eerst "alle" in
en wijzigt u daarna de gewenste dagen.
TIP
Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat
de periode zich uitstrekt tot na middernacht.
De regeling stopt dan de dag erna op de inge-
stelde stoptijd.
Het programma start altijd op de datum waar-
voor de starttijd is ingesteld.
MENU 1.3.1 - VERWARMING
14
Hoofdstuk 3 | Regeling - Menu's
wordt het binnenklimaat
U kunt hier een hoge-
re of lagere kamertem-
peratuur programme-
ren tot max. drie peri-
oden per dag. Als er
alle
een ruimtesensor is
maa
geïnstalleerd en geac-
dins
wo
tiveerd, is de gewens-
don
te kamertemperatuur
vri
zat
(°C) voor de opgege-
zon
ven periode ingesteld.
Zonder een geactiveer-
Dag
de ruimtesensor
wordt de gewenste wijziging ingesteld in stappen (instel-
ling in menu 1.1). Eén stap is gewoonlijk voldoende om
de kamertemperatuur met één graad te veranderen,
maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappen
nodig zijn.
Instellen: Hier kunt u instellen hoeveel de stooklijn moet
worden verschoven ten opzichte van menu 1.1 tijdens
de programmering. Indien de ruimtesensor is geïnstal-
leerd, wordt de gewenste kamertemperatuur in °C inge-
steld.
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning ne-
men tijd in beslag. Korte perioden in combinatie
met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen
merkbaar verschil op in de kamertemperatuur.
MENU 1.3.2 - KOELING (BENODIGDE ACCES-
SOIRE)
Hier kunt u program-
meren wanneer koe-
ling is toegestaan in
de woning, en wel
voor maximaal twee
alle
verschillende periodes
maa
dins
per dag.
wo
don
Instellen: Hier stelt u
vri
in wanneer actieve
zat
zon
koeling niet is toege-
staan.
Dag
MENU 1.3.3 - VENTILATIE (BENODIGDE AC-
CESSOIRE)
Ingeschakeld
programmering
VERWARMING PROGRAMMEREN
1.3.1
schema 1
schema 2
schema 3
geactiveerd
systeem
20.5°
21:30 - 06:00
Periode
Afstellen
Ingeschakeld
programmering
KOELING PROGRAMMEREN
1.3.2
schema 1
schema 2
geactiveerd
21:30 - 06:00
aan
Periode
Afstellen
NIBE F1355
Systeem:
Conflict
Conflict