MENU 5.3.1 - FLM
voortdurend pompbedr.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
pompsnelheid
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 100%
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
koelen activeren
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
max. ventilatorsnelheid
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 70 %
min. ventilatorsnelheid
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 60 %
regelsensor
Instelbereik: 0 – 4
Fabrieksinstelling: 1
tijd tussen wijzigingen snelheid
Instelbereik: 1 – 12
Fabrieksinstelling: 10 min
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu be-
drijf van de circulatiepomp in de afvoerluchtmodule.
pompsnelheid: Stel de gewenste snelheid voor de cir-
culatiepomp in in de afvoerluchtmodule.
tijd tussen ontdooibeurten: Stel de minimale tijd in
die moet verstrijken tussen ontdooiprocedures van de
warmtewisselaar in de afvoerluchtmodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordt
de warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt ge-
vormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt de
warmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaar
af en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmt de
warmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en wegloopt
via de condens afvoerslang.
NIBE F1355
maanden t. filteralarms: Stel in hoeveel maanden er
moeten verstrijken voordat de warmtepomp aangeeft
dat het tijd is om het filter in de afvoerluchtmodule te
reinigen.
Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regelmatig
schoon. Het interval hangt af van de hoeveelheid stof
in de ventilatielucht.
koelen activeren: Activeer hier koeling via de afvoer-
luchtmodule. Als de functie geactiveerd is, worden de
koelingsinstellingen weergegeven in het menusysteem.
LET OP!
De volgende menu's vereisen het accessoire
HTS 40 alsook dat "vraag-regelklep." is geacti-
veerd in menu 4.1.11.
max. ventilatorsnelheid: Hier stelt u de hoogst toege-
stane ventilatorsnelheid in bij vraaggestuurde ventilatie.
min. ventilatorsnelheid: Hier stelt u de laagst toegesta-
ne ventilatorsnelheid in bij vraaggestuurde ventilatie.
regelsensor 1 – 2: Hier kiest u de ventilatiewarmte-
pomp(en) die wordt/worden beïnvloed door welke
HTS-unit(s). Indien twee of meer HTS-units een ventila-
tiewarmtepomp regelen, wordt de ventilatie bijgesteld
conform de gemiddelde waarde van de units.
tijd tussen wijzigingen snelheid: Hier stelt u de tijd in
die de ventilatiewarmtepomp nodig heeft om de venti-
latorsnelheid stap voor stap te verhogen of te verlagen
totdat de gewenste relatieve vochtigheid is bereikt. Bij
de fabrieksinstelling wordt de ventilatorsnelheid elke
tien minuten met één procent bijgesteld.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Hoofdstuk 3 | Regeling - Menu's
39