MENU 1.1 - TEMPERATUUR
Indien de woning meerdere afgiftesystemen heeft,
wordt dit met een thermometer voor elk systeem aan-
gegeven op het display.
In menu 1.1 kiest u tussen verwarming en koeling en
stelt u vervolgens de gewenste temperatuur in het vol-
gende menu "temperatuur verwarming/koeling" in.
Stel de temperatuur (met geïnstalleerde en
geactiveerde ruimtevoelers):
verwarming
Instelbereik: 5 – 30 °C
Standaardwaarde: 20
koeling (benodigde accessoire)
Instelbereik: 5 – 30 °C
Standaardwaarde: 25
De waarde in het display wordt weergegeven als een
temperatuur in °C indien het klimaatsysteem wordt ge-
regeld door een ruimtevoeler.
LET OP!
Een verwarmingssysteem met een langzame
warmteafgifte, zoals bijvoorbeeld een vloerver-
warming, is mogelijk niet geschikt voor regeling
met behulp van de ruimtesensor van de
warmtepomp.
Gebruik de selectieknop om de kamertemperatuurinstel-
ling te wijzigen in de gewenste temperatuur op het dis-
play. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK.
De nieuwe temperatuur wordt weergegeven aan de
rechterkant van het symbool in het display.
Instellen van de temperatuur (zonder
geactiveerde ruimtevoelers):
Instelbereik: -10 tot +10
Standaardwaarde: 0
Het display geeft de instelwaarden voor verwarming
weer (verschuiving stooklijn). Verhoog of verlaag de
waarde op het display om de binnentemperatuur te
verhogen of te verlagen.
Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te
stellen. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op
OK.
Het aantal stappen dat de waarde moet worden gewij-
zigd voor een graad verschil in de binnentemperatuur
hangt af van de verwarmingsinstallatie. Eén stap is nor-
maliter voldoende, maar in sommige gevallen kunnen
meerdere stappen nodig zijn.
De gewenste waarde instellen. De nieuwe waarde wordt
weergegeven aan de rechterkant van het symbool in
het display.
NIBE F1355
LET OP!
Een stijging in de kamertemperatuur kan wor-
den vertraagd door de thermostaten van de
radiatoren of de vloerverwarming. Open daar-
om de thermostaten volledig, behalve in die
kamers waar een koudere temperatuur is ver-
eist, bijv. slaapkamers.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling
invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft
te stabiliseren.
Indien het buiten koud is en de kamertempera-
tuur te laag is, verhoogt u de stooklijn in menu
1.9.1.1 met één stap.
Indien het buiten koud is en de kamertempera-
tuur te hoog is, verlaagt u de stooklijn in menu
1.9.1.1 met één stap.
Indien het buiten warm is en de kamertempe-
ratuur te laag is, verhoogt u de waarde in menu
1.1.1 met één stap.
Indien het buiten warm is en de kamertempe-
ratuur te hoog is, verlaagt u de waarde in menu
1.1.1 met één stap.
MENU 1.2 - VENTILATIE (BENODIGDE ACCES-
SOIRE)
Instelbereik: normaal en snelheid 1-4
Standaardwaarde: normaal
U kunt hier de ventilatie in de woning tijdelijk verhogen
of verlagen.
Als u een nieuwe snelheid hebt geselecteerd, begint
een klok met aftellen. Wanneer de tijd is verstreken,
keert de ventilatiesnelheid terug naar de normale instel-
ling.
Indien nodig kunnen de verschillende terugsteltijden
worden gewijzigd in menu 1.9.6.
De ventilatorsnelheid wordt tussen haakjes (als percen-
tage) weergegeven achter iedere snelheidsoptie.
TIP
Indien er gedurende langere tijd wijzigingen
zijn vereist, gebruikt u de vakantiefunctie of
planning.
Hoofdstuk 3 | Regeling - Menu's
13