Het hulpsysteem is aangesloten op het hydraulisch systeem van de trekker en wordt hierdoor aan-
gedreven.
Hefcilinders van de invoertrechter, helften van de invoertrechter (IN/UIT), krikstandaards, opslag
l
van folierollen en trekbalk.
Alle functies worden bediend met behulp van handbediende hendels op de machine. Zie
zicht van hendel en bedieningselementen
BELANGRIJK: controleer of alle kleppen tussen de olietank en de hydraulische pompen zijn geopend voordat
de aftakas wordt gestart.
OPMERKING: voor het behoud van energie moet het debiet van de trekker niet hoger zijn dan 30 l/min. Olie-
poort moet zijn uitgeschakeld wanneer deze niet in gebruik is.
4.2.10 Olietemperatuur
De olietemperatuur wordt linksboven op de hoofdpagina van het scherm weergegeven. Als de olie te koud
is, laat u de aftakas op maximaal 300 rpm draaien tot de minimale starttemperatuur is bereikt. Zie de tem-
peratuurwaarden hieronder.
BELANGRIJK: het starten van de aandrijfas van de aftakas met volle snelheid bij een te lage temperatuur kan
het hydraulische systeem beschadigen.
Het verwarmen van de olie kan tot 25 minuten duren. Een sticker op de olietank geeft aan welke olie moet
worden gebruikt.
BELANGRIJK: laat de aftakas met 300 rpm draaien tot de minimale starttemperatuur is bereikt.
Titan UTTO WB: minimale starttemperatuur: 5 °C/50 °F Wanneer de minimale starttemperatuur is bereikt,
moet u het aftakastoerental tot 850 rpm verhogen.
4.2.11 Trap
Uitklappen: de compactor is uitgerust met een uitklapbare trap. De trap kan als volgt worden uitgeklapt
tot werkpositie:
1. Trek de hendel naar u toe en trek de trap uit de machine tot de steun volledig is uitgeschoven.
2. Duw de hendel van u af en klap het onderste deel van de trap voorzichtig naar buiten en naar bene-
den.
Inklappen: de trap kan als volgt in de transportpositie worden ingeklapt:
1. Klap het onderste deel van de trap voorzichtig naar boven en naar binnen tot het slot vastklikt.
2. Houd het bovenste trapsegment vast en klap het midden van de steun naar boven en naar binnen
tot het slot vastklikt.
Zorg ervoor dat de trap goed is vergrendeld voordat u de machine vervoert.
4.3 DAGELIJKSE CONTROLELIJST
4.3.1 Dagelijkse controlelijst voor het opstarten
Nr. Controlepunt voor het opstarten
1
Zorg ervoor dat de trekbalk in de bedieningspositie staat.
2
Controleer of alle hoofdkleppen open zijn.
4 BEDIENING
sectie 4.2.3 Over-
42