3.7.2 Foliesnijderinstellingen
De openings- en sluitingssnelheid van de foliesnijders moet correct worden ingesteld. Als hun snelheid te
hoog is, kan de wikkelfolie worden beschadigd in plaats van netjes te worden afgesneden wanneer de wik-
kelarmen stoppen. De foliesnijdersnelheid, links (klep P4) en rechts (klep P5), kan worden verlaagd door de
klep met de wijzers van de klok mee te draaien. Beide snijders moeten gelijk zijn ingesteld. De snijders moe-
ten zachtjes bewegen.
Standaardinstelling: sluit de klep en open vervolgens met een halve slag.
Afbeelding 3.6 :
Foliesnijderskleppen
De snelheid instellen: door de klep met de klok mee te draaien, wordt de snelheid verlaagd. Door de klep
tegen de klok in te draaien, wordt de snelheid verhoogd. Het aanpassen van de hoogte van de snijders is
normaal gesproken niet nodig. De folie moet in het midden van de snijder liggen wanneer deze wordt
gesneden.
Foliesnijderrollen: foliesnijder, bovenste positie: beide rollen moeten vrij bewegen. Foliesnijder, onderste
positie: de buitenste rol moet vergrendeld blijven. Zo kan de folie worden vastgehouden en wordt deze
gesneden en niet gescheurd. Zorg ervoor dat het mes is gecentreerd tussen de twee rollen. Zet het mes
zo nodig recht. Zie
Afbeelding 3.7
Afbeelding 3.7 :
Foliesnijderrollen
3 INSTELLINGEN EN HYDRAULISCHE AANPASSINGEN
31