2.5 VOORZORGSMAATREGELEN
2.5.1 Ken uw machine
Ken uw machine. Leer alle functies en bedieningsmechanismen kennen en weet waar de nood-
stopschakelaars zich bevinden. Leer de capaciteit en beperkingen van de machines kennen om onnodige
stilstand en mechanische defecten te voorkomen.
BELANGRIJK: als zich gevaarlijke situaties voordoen, moet u de aftakas onmiddellijk uitschakelen.
2.5.2 Bediening van de apparatuur
Controleer voor het opstarten of de machine en de apparatuur op hun plaats zitten en goed werken! Zie
hoofdstuk 7 Onderhoud en mechanische
2.5.3 Schoonmaken
Een goede reiniging van de machine verhoogt de duurzaamheid en veiligheid. Houd daarom alle opper-
vlakken schoon, verwijder vuil, gemorste olie en andere resten.
2.5.4 Milieubescherming
Gevaarlijk afval, zoals rubber, olie en andere materialen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu, moeten
worden ingeleverd bij goedgekeurde milieudepots.
2.6 TESTPERIODE
Controleren
Controlepunten
Laat de compactor de eerste 25 uur niet op maximale capaciteit draaien
Wees alert en controleer of de functies correct werken.
Controleer op abnormale geluiden van de machines
Stel het proces dat moet worden uitgevoerd zodanig af dat de compactor de maximale
capaciteit kan bereiken, op basis van het materiaal dat in balen wordt geperst.
2 VEILIGHEID
aanpassingen.
20