13. Laat het rechter gedeelte van de invoertrechter zakken naar de positie OMLAAG (hendel 6).
14. Laat beide invoertrechterflappen zakken (pijl omlaag, achterste regelaar).
15. Zorg ervoor dat alle tankkleppen open zijn (T1-T5) (zie
16. Klap de trap naar beneden (zie
17. Start de aftakas van de trekker. BELANGRIJK: controleer de draairichting van de aftakas (zie
4.2.6
Stroomuitval).
18. Laat de aftakas draaien op een toerental van ongeveer 300.
19. Houd deze snelheid aan totdat de olie de juiste bedrijfstemperatuur heeft bereikt (zie
Olietemperatuur).
20. Verhoog de snelheid naar een toerental van 850.
21. Laat de wikkeltafel zakken tot de horizontale positie.
22. Klap de balenbrug naar beneden.
Voer een functietest uit van alle noodstopschakelaars voordat u begint met persen.
BELANGRIJK: controleer de compactorafdekplaten en -panelen op eventuele beschadigingen. Repareer even-
tueel beschadigde veiligheidsuitrusting voordat u gaat persen.
BELANGRIJK: wees bewust van het gevaar van kantelen bij het optuigen.
1.
3.
4 BEDIENING
sectie 11.2.1 Kleppengrafiek voor
sectie 4.2.11
Trap).
2.
4.
Dens-X).
sectie
sectie 4.2.10
39