ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
GA BIJ GRAAFWERKZAAMHEDEN ALTIJD UITERST VOORZICHTIG TE WERK
Kabeldetectors van C. Scope dienen voor het opsporen van ondergrondse kabels, pijpen en leidingen, die een detecteerbaar veld uitstralen.
Sommige leidingen stralen geen veld uit en kunnen daarom niet worden opgespoord.
Gebruik de apparatuur niet buiten het aangegeven temperatuurbereik van -10°C tot +50°C omdat de batterijen dan mogelijk niet goed
meer functioneren.
De Kabeldetector detecteert alleen geleidende leidingen. Plastic pijpen en glasvezelkabels zonder detectiedraden kunnen niet worden
gevonden.
Geografische omstandigheden zoals heuvels en bergen kunnen radiosignalen afschermen waardoor deze ook niet gemeten kunnen worden.
De Kabeldetector kan niet altijd elke geleider detecteren, gebruik zo nodig een Signaalgenerator.
Raak de metalen delen van de krokodillenklem en de signaalhaspel niet aan als deze in gebruik zijn.
De kabels van de Signaalgenerator mogen nooit rechtstreeks op stroomvoerende leidingen worden aangesloten.
Controleer, voordat u met de apparatuur gaat werken, of de apparatuur volledig operationeel is.
Let op de aanwezigheid van meerdere leidingen. De Kabeldetector detecteert niet altijd onder-, boven- of naastgelegen leidingen.
Gebruik de apparatuur niet op plaatsen waar gevaarlijke gassen aanwezig kunnen zijn.
Resultaten kunnen door ongebruikelijk sterke magnetische velden beïnvloed worden.
Controleer de ondergrond alvorens de aardpen te gebruiken.
Houd de afneembare luidspreker niet voor langere tijd tegen uw oor.
Het is raadzaam om de Kabeldetector en Signaalgenerator regelmatig op juiste werking te controleren (zie pagina 38-40).
3