Gebruik van de Signaalgenerator : Directe aansluiting
WAARSCHUWING Sluit de Signaalgenerator nooit rechtstreeks aan op stroomvoerende kabels.
WAARSCHUWING Vraag toestemming aan de eigenaar van de leidingen voor u de Signaalgenerator hierop aansluit.
De met de Signaalgenerator meegeleverde aansluitdraden en aardpen
worden gebruikt om een signaal toe te voegen aan een metalen
geleider op een toegankelijk punt zoals een ontluchting, een kraan,
een aftapkraan of de blootgelegde geleider.
1. Sluit de 3-polige stekker op de voorzijde van de Signaalgenerator aan.
2. Sluit de rode kabel d.m.v. de krokodillenklem op de leiding aan ;
zorg hierbij voor een zo goed mogelijke verbinding.
3. Schakel de Signaalgenerator in.
4. Steek de aardpen in de grond (controleer eerst met de Kabeldetector
of hier kabels liggen).
De ideale positie van de aardpen is haaks op de waarschijnlijke route van
de geleider, en een zo groot mogelijke afstand van de rode aansluiting.
OPMERKING De materiaalsoort van de leiding bepaalt onder meer welk effect deze heeft op het signaal
van de Signaalgenerator.
OPMERKING Als het niet mogelijk is de krokodillenklem te gebruiken, gebruik dan de magneet welke zich aan
de achterzijde van de krokodillenklem bevindt.
1.
2.
16